Het verhaal achter de opnames voor ‘Boeddha in de Polder’

Heart of Men 2024.
door Jan Roelofs

Met een groep mannen staan we onderin een bunker van de Maginotlinie in Noord-Frankrijk. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog kwamen hier ruim honderd Franse soldaten om toen het Duitse leger er een gifgasgranaat naar binnen gooide. Wij staan hier nu op de eerste dag van onze “Heart of Men” mannen-vierdaagse, waarin we ons met het thema “Man en oorlog” verbinden.

In een cirkel staan we samengedrongen op zo’n dertig meter diepte. Ton nodigt ons uit te zeggen wat er in ons naar boven komt. Bij mij zijn dat drie woorden: “Een nieuw verhaal”.

Nadat we op deze plek afscheid nemen van Joris Linssen, die met zijn tv-programma “Boeddha in de polder” een dag bij ons te gast was, loop ik door de tunnel die twee bunkers verbindt. Duister, nat, koud. Achter me loopt Robert. Hij heeft zijn drum meegenomen en het bonzende geluid golft door de tunnel.

Ik realiseer me dat we een tocht door de onderwereld maken. Heel wat mannen, in Europa maar ook op vele andere plekken, zitten in de onderwereld. Heel wat mannen komen daar nooit meer uit. Als we de lange roestige trap omhoog zijn gegaan, kom ik ineens weer in de golvende heuvels van de Ardennen. De zon schijnt, het gras is ongelooflijk groen. Het is alsof ik na een oorlogsfilm de bioscoop weer verlaat.

Oorlog is het gevolg van een oud verhaal. Een verhaal van het denken in “Wij en Zij”, van angst, van woede, van pijn en verdriet die we niet willen voelen, van verharding en geweld. Maar er komt een nieuw verhaal aan. Daarom zijn we hier, wij met z’n vieren, de 13 deelnemers uit België en Nederland, en de vijf man tellende filmploeg.

We zijn onderweg naar dat nieuwe verhaal en dat is een enorm proces. Want dat nieuwe verhaal is niet iets dat je zomaar even bedenkt. Het kan alleen maar geleidelijk aan de wereld in komen omdat we ons er allemaal voor open stellen. Dat is wat we ook in deze vierdaagse doen: we dalen af in onszelf net zoals we deze middag in de bunker zijn afgedaald, en op de bodem vinden we het goud van onze ziel.

Het is in deze junidagen de elfde keer dat we “Heart of Men” organiseren. In 2013 kwam de titel bij Ton op nadat we samen de Externsteine in Duitsland hadden bezocht. Toen we weer thuis waren voelden we ons allebei een paar dagen lang beroerd. Alsof we iets van een zware, negatieve energie hadden opgenomen die moeilijk te verteren was. Het kenmerkt onze manier van werken: we maken contact met onderliggende energieën, vaak hebben we geen idee waarmee precies, maar vanuit het vertrouwen dat “alles dat gebeurt het juiste is dat dient te gebeuren”, zoals een van de spelregels van de Open Space-methode zegt.
Als dingen niet gevoeld worden, worden ze tot blokkades. In onze workshops zijn we veel bezig met het weer toelaten van die “moeilijke gevoelens” zodat de blokkades kunnen oplossen en de levenskracht weer vrijelijk kan stromen.

Deze elfde editie is ook voor ons extra spannend want twee dagen lang zal er een tv-ploeg van het programma “Boeddha in de polder” aanwezig zijn. Presentator Joris, regisseur Wilfred en producer Ruud gaan mee het proces in.

De tv-ploeg komt al op woensdagmiddag aan, en gaat als eerste een interview met Ton opnemen. Sven, Vicky en ik zitten aan de zijlijn toe te kijken en ik vind dat Ton het goed doet. Maar er vallen me wel twee dingen op. De eerste is dat ik me realiseer hoe ontzettend veel er uit te leggen valt. Over onze manier van werken, over hoe we naar de realiteit van “de man” kijken, over de mythologische ondergrond in ons werk, over de spanning tussen “proces“ en “resultaat”. Op een gegeven moment haalt Ton het verhaal van de Wildeman aan, dat een belangrijk leidraad vormt in ons werk, en hij begint dat verhaal te vertellen. Ik denk “o jee…” want het is me nogal een verhaal. Maar dan hoor ik opgelucht hoe hij hele stukken overslaat. Het is gewoon teveel, als je alles wilt uitleggen. Je ontkomt er niet aan veel weg te laten.
Het tweede dat me opvalt is het verschil in hoe we naar de werkelijkheid kijken en ook hier komt de spanning tussen “proces” en “resultaat” aan de orde. Een aantal keren vraagt presentator Joris naar de oplossing voor de problemen. “Hoe gaan we dit aanpakken?” “Hoe komen we hier uit?”
Onze visie: misschien moeten we er eerst maar eens helemaal in gaan. Eerst maar eens helemaal toelaten, gaan voelen wat een bepaald probleem – bijvoorbeeld de mannelijke afgeslotenheid – ons doet. Niet meteen naar een oplossing willen grijpen, maar het probleem dieper doorvoelen dan we normaliter in het dagelijkse leven doen. Er als het ware in zakken, er in gaan bewegen en dan gaan merken hoe er ergens, misschien wel op een heel onverwacht punt, een opening ontstaat. Dat is een andere aanpak dan in “de buitenwereld” normaal gevonden wordt, maar wij hebben de afgelopen 25 jaar geleerd dat dit een manier is die werkelijke groei en verandering mogelijk maakt. Het heeft alleen wel één nadeel – als je het een nadeel wilt noemen: er is veel tijd voor nodig. Daarom duurt Heart of Men vier dagen en dat is niet voor niks.

Ik weet nog goed dat we elf jaar geleden voor het eerst in deze vorm werkten, en hoe moeilijk ik dat toen vond. Ik had een idee, een plan om samen met de groep uit te gaan voeren. Het was een heel goed plan, maar er kwam niks van. Twee dagen lang steeg mijn frustratie naar een kookpunt, tot ik op de derde dag ineens, ik weet echt niet meer hoe, me kon overgeven aan “het proces”. En daar de wonderbaarlijke schoonheid van ging zien. Niet voor niets zeggen we nu vaak bemoedigend tegen elkaar: “Trust the process”.

Maar dat weet de tv-ploeg allemaal niet. En het heeft ook geen zin om het ze te willen uitleggen. Ze zullen het gaan ervaren. Of niet.
Jammer is wel dat ze geen vier dagen de tijd hebben. Presentator Joris moet aan het eind van de dondermiddag weer weg. Regisseur Wilfred, cameraman Maarten en geluidsman Menno blijven nog tot vrijdagmorgen, dus zij maken de eerste echte “Open Space” sessie op donderdagavond nog mee. Dat we hier ja tegen gezegd hebben heeft ook te maken met de indruk dat we deze mannen kunnen vertrouwen: dat ze oprecht en integer hun werk doen. Gelukkig raken we daar niet in teleurgesteld.
Het betekent wel dat we deze Heart of Men iets anders starten dan andere keren. We willen dat het tv-programma een goede indruk van ons werk krijgt, en dus starten we met een paar onderdelen die we meestal alleen in onze driedaagse (“De Terugkeer van de Koning”, in voorjaar en najaar) doen.

En zo beginnen we op woensdagavond met een kort welkomstwoord waarin ik recht probeer te doen aan het proces waar we samen in gaan: ‘de toestand in de wereld is heel verwarrend, wij geloven dat de beste manier om daarmee om te gaan is: zo goed mogelijk contact te maken en te blijven maken met je eigen kern. Dat is het doel van het proces dat we nu in gaan. Dat proces is voor een belangrijk deel een reis in het onbekende. Wij zijn met ons vieren de begeleiders, maar wij gaan ook met jullie het proces in. Ook wij weten niet wat er de komende vier dagen allemaal gaat gebeuren. Dus het is een reis in het onbekende, en dat vergt moed, want een van de grootste angsten die we als mensen kennen is de angst voor het onbekende. Het feit dat jullie hier zijn betekent dat je die moed hebt opgebracht. Gefeliciteerd.
En deze keer is er extra moed nodig, want zoals jullie weten is er een tv-ploeg present. Drie mannen van de ploeg doen mee als deelnemer, de cameraman Maarten en de geluidsman Menno doen ook mee, maar niet als deelnemer. Zij zijn gewoon aan het werk.
Oké, het onbekende in: en om dat nog wat erger te maken ga ik jullie nu een blinddoek geven met de vraag die om te doen. Zo gaan we zo dadelijk op reis, maar dan wel met aan beide handen de handen van twee andere mannen. We sturen jullie niet alleen het bos in.”

En zo lopen de deelnemers geblinddoekt en hand in hand naar de bron in het bos. Ik ben blij met het vertrouwen dat ze meteen al in ons stellen: hand in hand geblinddoekt het bos in. Ik ken aardig wat mannen die zouden zeggen “Ben je helemaal!?”

Bij die bron beginnen we aan de langzame afdaling naar de bron in onszelf. Daar liggen de werkelijke antwoorden op de vele vragen die we in ons meedragen. Ook ik neem mijn vragen mee naar dit OostWestCentrum vlakbij Orval, waar ik al zo’n 25 jaar een paar keer per jaar graag kom. Vragen over eigen autoriteit en afhankelijkheid, over de uitdagingen van het ouder worden, over broederschap en leiderschap, en over mijn moeder waar ik nog steeds niet mee in het reine ben, al is ze al 20 jaar dood. Trefwoord: wrokkigheid.

Terug in de zaal kunnen we die vragen allemaal even lekker los laten, als we ons ontspannen in de klanken die Sven en Vicky over ons uitstrooien. Sven en Vicky zijn onze twee Vlaamse muzikanten die ook helemaal meedraaien in de begeleiding, net als Nederlander Dirk die er deze keer niet bij is. Hij moest zo nodig met zijn zoons op zeilkamp. Net nu we met de tv-ploeg de wereld binnenhalen. Alle begrip dat zijn vaderschap vóór gaat maar toch vind ik het jammer dat hij er niet bij is. Erg jammer. Aha, daar is ie: een vleugje wrokkigheid.

Sven en Vicky maken hun klanken in afstemming op het proces van de groep, en dat doen ze fantastisch. Hun muziek draagt, stimuleert of geeft richting, raakt iedereen aan, met ritmes en vibraties, trilt stukjes los, verzacht, omvat, beweegt mee, heelt…

Dan gaan de mannen in drietallen uitwisselen aan de hand van een ansichtkaart die ze blind trekken, en daarbij krijgen ze van ons drie vragen: wie ben je, waar ben je bang voor en wat heb je nodig?
Daarna zitten we met 20 mannen voor het eerst samen in de cirkel en delen we wat er in ons leeft, terwijl de camera- en de geluidsman om ons heen dartelen.

De vragen en behoeften die er leven zijn divers, maar er zijn ook vele overeenkomsten: een goede vader willen zijn, beter willen wortelen, inzichten en broederschap delen, helderder krijgen wat het leven van mij en mijn leiderschap vraagt, behoefte aan mannenenergie, vanuit mijn hoofd meer in mijn gevoel zakken, mijn innerlijk kompas calibreren, zoeken naar een diepere laag. Hoewel we nog maar een paar uur bezig zijn, valt me de openheid en de eerlijkheid op, er worden geen “verhaaltjes“ verteld. Een zin die Erik uitspreekt raakt me in het bijzonder: “Ik ben niet echt gelukkig en ik vraag me af waarom niet.”

De volgende ochtend bestaat uit twee “standaardonderdelen”. Eerst neem ik de mannen mee in licht lichaamswerk waarin we een reis maken langs de zeven mannelijke archetypes, zoals die ook in Ton’s boek “De Terugkeer van de Koning“ staan beschreven. We beginnen bij de Heilige, helemaal bovenaan en dan gaan we helemaal naar beneden, naar de Wildeman. En dan steeds weer naar boven en naar beneden: Magiër, Minnaar, Nar, Krijger tot we uitkomen bij het archetype waar het allemaal om draait: De Koning.
Dit is een manier van werken waarbij ik me als een vis in het water voel. Ik beweeg met de groep door de ruimte, ik praat heel veel maar zeg erbij dat ze echt niet alles hoeven te horen: “er komt vanzelf wel binnen wat past, en de rest laat je maar gewoon van je afglijden.” Ik weet wel ongeveer wat ik wil gaan zeggen maar laat me ook verrassen door het moment. Soms komt er ineens iets heel nieuws uit mijn mond. Ik heb het gevoel dat ik “gevoed wordt” door de energie van de groep, dat ik vanzelf de dingen oppik waar het om gaat. Heerlijk vind ik het, ik geniet er van. Ik ben me wel bewust van de aanwezigheid van de camera en de microfoon, maar ik heb er geen last van. Het enige wat ik af en toe denk is dat ik niet in de camera moet kijken, maar er langsheen. Net doen alsof hij er niet is. Dat lukt aardig. Oh, kon ik ook op andere momenten in mijn leven me maar zo vrij en onbevangen bewegen, denk ik nu, terwijl ik deze woorden schrijf. Altijd het gevoel hebben precies het juiste te doen en te laten, is dat geen mooie droom?

En dan is het tijd voor de oefening die er ook bij mij, 32 jaar geleden, enorm inhakte: de Vader-Zoon-Cirkel. Toen bracht die oefening mij voor het eerst in lange tijd weer in contact met de pijn en het verdriet rond mijn afwezige vader en in de afgelopen jaren heb ik heel wat mannen hetzelfde zien beleven. Het is niet alleen de stem van Ton en de muziek van Sven en Vicky maar het is ook hun toewijding, hun wijsheid, hun liefde die de de mannen raken. Ik kijk toe vanaf de kant en ben als altijd ook nu weer geraakt door de schoonheid van de pure emoties, hoe heftig ze soms ook zijn. Ik ben blij om te zien hoe ook presentator Joris, regisseur Wilfred en producer Ruud er in meegaan. Dat was ook de voorwaarde die Ton in de voorbereidende besprekingen had gesteld: jullie gaan mee het proces in.

Als we daarna genieten van de heerlijke lunch, realiseert menige man zich verbaasd dat we nog maar twee dagdelen bezig zijn. “Het lijkt al wel veel langer”. Ook zelf realiseer ik me weer hoeveel we hier in korte tijd kunnen meemaken. Intense dagen…

We nemen een wat kortere middagpauze want we moeten weer op stap. De tv-ploeg was erg enthousiast over het thema “Man en Oorlog” en daarom gaan we op excursie naar een bunker uit de Maginot-linie, in Frankrijk, hier een kwartiertje rijden vandaan. Ik vind het zelf eigenlijk wat snel, maar begrijp ook wel dat een tv-programma zo zijn eisen stelt. Met een “vooruit dan maar” hijs ik me in een auto, maar als we bij de bunker aankomen merk ik dat ik nog wel enige weerstand heb. Die weerstand wordt flink aangewakkerd op het moment dat ik Ton de kaartjes voor het bunkerbezoek zie kopen. Ik zie hem twee prachtig groene briefjes van 100 euro door het loket schuiven en denk: “Daar gaat onze winst!” Ik stribbel nog wat tegen: moeten we nou echt die bunker in? We kunnen hier toch ook bij de anti-tankwallen en zo een beetje rondkijken? Maar nee, Ton is vastbesloten, we moeten naar beneden. “Vooruit dan maar.”

Achteraf geef ik hem volkomen gelijk en schaam ik me een beetje voor mijn kruideniersmentaliteit. Gelukkig heb ik in al die jaren wel geleerd om mezelf niet al te zeer te veroordelen. Toch tast het wel weer een beetje het vertrouwen in mijn eigen oordeel aan. Wat me daarbij helpt is het inzicht dat we hier samen in zitten. Het komt ook wel eens voor dat ik “gelijk krijg”. ”Maar vaker niet dan wel”, denk ik er meteen stuurs achteraan. Komt ook hier nou weer een stukje van mijn wrokkigheid langs?

Ik denk, niet voor het eerst en ik vrees ook niet voor het laatst, aan mijn vader. Van hem heb ik een stevige vleug “minderwaardigheidscomplex” geërfd, zoals mijn moeder dat zo fijntjes kon betitelen. Mijn vader bewoog ook heel vaak mee, maar soms hield Pa Roelofs toch ineens zijn poot stijf. Zoals die keer dat hij ruzie maakte in het Remonstrants Dubbelkwartet, waar hij al vele jaren met veel plezier in zong als bariton. Dat Dubbelkwartet werd geleid door Nel Hoogermans, die naam kwam bij ons thuis bij het avondeten heel wat keren over tafel. Mijn vader kende zichzelf niet op alle gebieden erg goed, en vond dat hij het ook in huis had om het Dubbelkwartet te leiden. In een boze brief eiste hij dat er meer ruimte voor de leiderschapskwaliteiten van Roelofs zou komen.

Dat was het einde van mijn vaders lidmaatschap van het Remonstrants Dubbelkwartet. Hij heeft er heel veel spijt en verdriet van gehad, want muziek was zijn grote liefde.

“Ik moet mijn plaats weten”, denk ik. Ik maak er wel eens grapjes over, dat ik de ideale nummer twee ben. En toch, als ik eerlijk ben, doet het ook een beetje pijn. Tegelijkertijd zeg ik, als ik nog eerlijker ben: ik zou werkelijk niet met Ton van der Kroon willen ruilen. Ik ben blij dat ik Jan Roelofs ben! (zoon van de gewaardeerde bariton Henk Roelofs)

Beneden in de bunker staan we met z’n 22en samendrongen in een krappe ruimte. We nemen afscheid van Joris en Ruud, en bij mij komen de woorden “Een Nieuw Verhaal“ boven. ‘ s Avonds in de cirkel met de Talking Stick vertel ik er over en het resoneert goed. Op een prachtige manier vlecht ieder zijn eigen verhaallijn in het weefwerk dat we samen maken.
En er gebeurt die avond nog iets heel moois. Er worden ook nu weer opnames gemaakt, regisseur Wilfred zit vanaf de zijlijn toe te kijken en af en toe aan Maarten en Menno instructies te geven. Dan neemt Sven het woord. Hij nodigt Wilfred uit in de kring plaats te nemen. Wilfred staat op en neemt zijn plaats in de cirkel in. Even later neemt hij de Talking Stick in handen en vertelt over hoe mooi hij zijn werk vindt maar ook hoe eenzaam hij zich daarin kan voelen. Hoe weinig vrienden hij heeft. Hij laat zijn verdriet zien en aan ons voelen. Het is een tijdje stil, we voelen met hem mee. Het is een prachtig moment, heilzaam voor hem, voor ons allemaal.

“Ja, dit is Heart of Men”, denk ik. ”Wat mooi weer dat het werkt.”

De volgende morgen, op vrijdag, nemen ook Wilfred, Maarten en Menno afscheid. Het is een warm afscheid, en Menno en Maarten hebben zich, ook al waren ze aan het werk, bij momenten diep geraakt gevoeld. Onder applaus verlaten ze de zaal.

Vanaf dat moment is voor ons de druk er een beetje af. Ik merk dat aan mezelf doordat ik vanaf dat moment niet meer helemaal scherp heb wat er gebeurt en op welk moment. Alsof ik de controle nog wat verder loslaat en daardoor nog wat dieper in de stroom van het proces kan komen. Er zijn golven, er zijn stiltes, maar de volgtijdelijkheid kan worden losgelaten.

Ik vertel naar aanleiding van de kaartjes voor de bunker (€ 160!) over geld. Ik wil er transparant over zijn, waar het in onze wereld vaak aan ontbreekt. Ik vertelt over wat wij aan deze vierdaagse overhouden. In totaal wordt er door de deelnemers zo’n 10.000 euro betaald, daar krijgen Ton en ik elk 1100 euro van. Daar moeten onze reiskosten van af, en betalen we Sven en Vicky elk 100 euro. Wat natuurlijk een bespottelijk schijntje is. Een scheve verhouding is het, waar ik in het verleden wrokkig over ben geweest. Maar niet meer: ik ben gaan beseffen hoeveel energie en dus ook geld het kost om dit centrum in de lucht te houden. Hoe hard en vol toewijding er hier door Luc en Lieve, door de medewerkers en de vrijwilligers gewerkt wordt. Als ik die realiteit goed kan zien, kan ik de wrokkigheid loslaten. Dat is een mooie les.

Wrokkigheid speelt me ook parten in mijn relatie tot mijn moeder, ook al is ze al twintig jaar dood. Ik vertel er over, weet niet meer wanneer, maar het helpt me enorm, ook doordat er zo liefdevol naar me geluisterd wordt. Die wrokkigheid naar mijn moeder – een goed mens, alleen had ze zo haar beperkingen – kleurt de laatste tijd ook mijn relatie met een goede vriendin, met wie ik samenwerk. Ik besef dat ik in haar iets zoek wat ik in mijn moeder miste maar daarmee doe ik beiden onrecht. En ook mezelf doe ik onrecht, want ik merk hoezeer mijn wrokkigheid mezelf blokkeert. Wat me duidelijk begint te worden is dat het nodig is dat ik mijn wrokkigheid eerst maar eens aanvaard, voordat ik haar los kan laten. Daarmee heb ik iets te doen wat ik zelf vaak aan anderen adviseer met het ezelsbruggetje HEAL: Herkennen, Erkennen, Aanvaarden, Loslaten. Wat krijg je als je Aanvaarden overslaat? Precies: HEL.

Vicky vertelt over zijn trauma bij het muziekconcours waar hij blokkeerde en daarbij pijnlijk door zijn vader in de steek werd gelaten. Ton vraagt hem nu voor ons muziek te spelen en als hij dat doet smelten bij iedereen oude, harde stukken. Ook bij hemzelf.

Dan komt aan het eind van de zaterdagmorgen de vraag: wat gaan we vanmiddag doen? Ton en Sven willen graag naar Metz. Zelf heb ik geen zin om drie uur in de auto te zitten en dan in een stad terecht te komen waar ik waarschijnlijk alleen maar drukte aan beleef. We vinden een compromis, en soms is er niks mis met een compromis. De helft van de groep gaat met Ton, Sven en Vicky mee naar Metz, ik blijf met de andere helft hier. We spreken af om vijf uur op elkaar af te stemmen.

Met z’n achten lopen we later die middag door het bos naar de abdij van Orval. Heerlijk om buiten te zijn na die vele uren in de zaal. Om de ruïnes van de abdij en de Fontaine Mathilde te kunnen zien waar we op de anderen zullen afstemmen, moeten we een kaartje kopen, € 7,-. Ieder koopt zijn eigen kaartje.

‘ s Avonds maken we aan de bosrand, bij de oude zweethutplek een vuur. Als uitgelaten jongens maken we samen de plek klaar, sprokkelen hout, voeren met een kruiwagen een paar emmers bluswater, flesjes Orval bier en Orval kaas aan. Peter maakt professioneel het vuur aan en zo genieten we van de schoonheid van de plek. De golvende heuvels, de bomen, het gras, de lucht die langzaam donkerder wordt. De schoonheid van de Aarde zelf, waarmee we ons als mannen veel dieper verbonden kunnen voelen dan we vaak denken. Terwijl af en toe een sms’je van Ton binnenkomt die meldt dat ze ongeveer om elf uur weer terug zullen zijn en ik laat weten dat we bij het vuur op ze zullen wachten, heb ik een lang gesprek met Ken. Die vertelt een bloedstollend verhaal over zijn jeugd. Hoe hij op zijn zeventiende zijn jeugd achter zich liet om zijn eigen leven op te bouwen, maar hoe die traumatische jeugdherinneringen hem nu parten spelen. Ik luister naar hem, zeg af en toe iets waar hij wellicht wat aan heeft maar besef gaandeweg steeds sterker dat het vooral ons contact is waar het om gaat. Dat hij voelt dat ik echt luister, meevoel, misschien daardoor ook een beetje meedraag.

We drinken een paar biertjes en eten een blokje kaas. Heerlijk. Als de Metzgangers om elf uur terugkomen zien ze in de verte het vuur branden.
Het vuur van broederschap. Welkom terug!

De volgende ochtend nemen wij de leiding weer. De drie vragen van de eerste avond hebben zich getransformeerd tot: wie wil je zijn, waar verlang je naar, wat heb je te geven? Als ik met de groep door de ruimte beweeg, leggen Sven en Vicky daar een tapijt van klank onder. Het ritme versnelt, de groep beweegt mee maar dan zie ik Ton iets tegen Sven zeggen. Het ritme vertraagt weer. Bij ieder ander dan Ton zou ik me nu sterk in mijn wiek geschoten voelen, maar nu is het okee. Het is inderdaad tijd om het proces weer los te laten.

En mijn wrokkigheid? Die is nog niet helemaal weg.
Maar het is wel míjn wrokkigheid.
Niet de schuld van een ander!

Zo helpen we elkaar.

In het oude mannenverhaal bestreden we elkaar, en die zogenaamd mannelijke energie heeft ons nog behoorlijk in de greep. Maar stapje voor stapje gaan we vooruit, en ontdekken we dat we broeders van elkaar zijn. En dat het veel prettiger, gezonder, verstandiger en wijzer is als we elkaar helpen in plaats van elkaar bevechten. Niets mis met een gezonde rivaliteit, maar laat het alsjeblieft een spel blijven. En niet ontaarden in de bloedige realiteit die we nu overal om ons heen zien.

Dit is het nieuwe verhaal!