PIONIEREN

(Mannenwerk, Maria Magdalena, lichtwerk en de Amazone)

Pionieren heeft leuke kanten. Het is een avontuur, alsof je als een detective of avonturier onbekende gebieden blootlegt, voorbij de grenzen van wat mag of wat hoort reist, verboden plaatsen betreedt, en collectieve geheimen ontrafelt. Het geeft het leven zin, inhoud en diepte. Het gáát ergens over.

Het brengt echter ook onzekerheid, faalangst en diepe twijfel met zich mee. Ga ik wel de juiste kant op? Is dit echt de bedoeling? Wat als het allemaal nergens toe leidt? Ben ik gek geworden? Is dit misschien allemaal mijn eigen issue en zit niemand hier op te wachten? Dit zijn zo de beren op de weg en de demonen die continue met je meereizen.

Toen ik met het mannenwerk begon was het in eerste instantie een afdaling in een heel diep, groot, zwart gat van pijn, gemis, rouw en afwezigheid van licht. Ik daalde af in de pijn van mannen en van vaderwond. Wat ik toen nog niet wist was dat ik niet alleen afdaalde in mijn eigen ‘vaderwond’, maar tevens in een collectieve wond van vele, vele mannen. Eigenlijk een soort psychologische krater in de maatschappij. (Die wond wordt met de huidige oorlogen weer opengereten: opnieuw generaties aan mannen die verdwijnen en vaderloze zoons achterlaten.)

Gelukkig leerde ik door het werk van Carl Jung dat er zoiets is als het collectieve onbewuste. Dat je eigen pijnpatronen en blinde vlekken opeens een doorgang kunnen worden tot een groter collectief veld, waar je niet alleen de gevolgen van ondervind, maar waar je ook iets aan kunt doen: licht brengen. Ik ontdekte door mijn werk in de Gazastrook – nog zo’n immens donker gat van pijn en trauma in het collectieve bewustzijn van de mensheid – dat je niet alleen individueel trauma kunt aanpakken, maar ook traumavelden in het collectief kunt ‘helen’.

Dat vergt echter een scherp onderscheid tussen wat van jezelf is en wat van ‘de ander’, cq het veld. Ik ontdekte dat ik een spons was voor collectieve velden, en wat ik ook deed: het lukte me maar niet om me er voor af te sluiten. Ik wist maar één oplossing: er mijn werk van maken. ‘If you are down, go deeper.’ Dat is wat mij er uiteindelijk mentaal doorheen hielp. Er bleek veel minder mis met mij dan ik aanvankelijk dacht. Ik pikte gewoon de pijnvelden op die er al waren, zoals iedere sjamaan of wounded healer.

Het pionieren gold eveneens voor het werk rondom Maria Magdalena, dat het gemis in de wereld blootlegde van het ‘heilige vrouwelijke’, de noodzaak van intuïtie en vrouwelijke spiritualiteit, emotie en gevoelens, heilige sexualiteit en de verbinding met het lichaam. Allemaal zaken die door de kerk waren weggemoffeld. Ik schreef in 1998 ‘Boek der Liefde’ om die zaken aan te raken, maar het duurde enkele jaren voordat het een groter publiek bereikte. Vele mannen en vrouwen waren betrokken bij dit pionierswerk.

Dat is een ander lastig punt van pionieren. Het brengt vaak eenzaamheid met zich mee en een gebrek aan erkenning. Uiterst pijnlijk en frustrerend, want wat voor mij volstrekt duidelijk en belangrijk is, is in de wereld om me heen nog totaal geen issue. Het zorgt voor een zekere vervreemding, of noem het onthechting…
Maar: zoals de foto’s van het onlangs gehouden Free man festival tonen ben ik in veel zaken niet meer alleen: het mannenwerk neemt een grote vlucht, Maria Magdalena is een begrip geworden. langzaamaan zijn steeds meer mannen en vrouwen zich bewust van het belang van dit innerlijke werk van de ziel.

Een laatste lastig punt dat pionieren met zich meebrengt: het brengt geen geld in het laatje. Sterker nog: het kost vaak meer geld. Dat is waarom ik jaren geleden over ben gestapt van een ‘verkoop’ model ( ik bied iets aan, een ander geeft daar geld voor) naar een ‘donatie’ model. (Ik geef vrij, en ik ontvang vrij). Daarmee ben ik op de een of andere manier uit het economisch verkeer gestapt. Daar zal ik op een ander moment nog over schrijven, want dat behelst een van de diepste aspecten van onze leefwijze.

Op dit moment wil ik je graag meenemen op het avontuur van de ziel waar ik momenteel in verzeild ben geraakt. Het is ook de reden dat ik samen met Anne naar Tomar inPortugal ben verhuisd. Het opende de deur naar een verhaal dat veel van onze geschiedenis heeft bepaald. In Tomar werden door de Tempeliers de plannen uitgebroed om de rest van de wereld te ontdekken. Ze hadden voor het eerst kaarten en instrumenten die hen in staat stelde de oceanen over te varen. De eeuw van de ontdekkingsreizigers was aangebroken. Mensen als Vasco da Gama en anderen waren Tempeliers die als pionier nieuwe gebieden ontdekten: zuid Amerika, India etc. Dat bracht een grote vernieuwing met zich mee, maar ook – zo blijkt nu – grote ellende. Wat voor ons een ontdekking was en nieuwe mogelijkheden bood, was voor de indianen in het oerwoud het einde van hun beschaving.

Mijn dierbare vriendin Marita Coppes schrijft in haar boek ‘De laatste verhalenweefster’ over de ‘weeffouten’ in de geschiedenis, en dat het minutieus werk vergt om het weefgetouw uit elkaar te halen om de oorspronkelijke fout eruit te halen.
Een dergelijke weeffout is ontstaan met de kolonisatie van Zuid (en noord!) Amerika door de blanken. Het misbruik van de inheemse bevolking en de ontginning van het regenwoud leidde tot een diepe wond. Een wond die nog steeds doorettert, omdat we via oliewinning, vleesproductie en goudwinning het regenwoud gestaag verder afbreken. Bosbranden – al dan niet aangestoken – doen de rest. Het is een wereldwijde ramp in-the-making.

Wat de indianen ontdekten en ons probeerden duidelijk te maken, was dat het verlies van de Amazone niet alleen het einde van hún beschaving betekent, maar ook het einde van de beschaving van de hele mensheid. Zonder zuurstof – de Amazone zijn de longen van de aarde – zijn we ten dode opgeschreven. We beginnen al de gevolgen te ervaren in de gigantische overstromingen aan de ene kant en bosbranden aan de andere kant, een teken dat de balans van de natuur uit evenwicht is en dat ‘Moeder Aarde ziek is’, zoals de inheemse elders ons al decennia vertellen. En de oorzaak dat zijn ‘wij’.

Nu is het zo met blinde vlekken dat we die liever niet onder ogen willen zien. Sommige mensen wijten de veranderingen in klimaat aan vanalles – zonnevlammen, periodieke veranderingen, buitenaardsen, chemtrails, de geheime regering etc – maar niet aan onszelf, terwijl het simpele feit is dat we er met zijn allen schuld aan hebben. We kopen allemaal bij de H&M of op bestelling via internet, rijden allemaal in een auto (of vliegen overal heen zoals ik), hebben allemaal plastic in huis, en ga zo maar door. Onze kop in het zand steken, of onszelf of een ander op de kop zitten heeft echter niet zoveel zin: het verlengt en verergert de pijn alleen maar. Het vraagt om….. ‘bewustwording.’

En daar komt mijn huidige pioniersgeest om de hoek: ik heb als plan om tijdens de klimaat conferentie in 2025 in het Amazonewoud een grote wereldwijde ‘Ceremonie voor de Aarde’ te organiseren. Een manier om ons vanuit ons hart opnieuw te verbinden met de aarde en de natuur. Want het is niet de natuur die gered moet worden, maar wijzelf.
Met veel plezier ben ik het avontuur aangegaan met een eerste ontdekkingsreis afgelopen augustus naar het oerwoud, de Amazone rivier op, zoals de ontdekkingsreizigers voor mij, om de weeffouten van de geschiedenis op te sporen. Je kunt in de link hieronder het reisverslag lezen, en deze winter wil ik er een volgend boek over schrijven.

Dus bij deze…
Wil ik je graag uitnodigen om met mij samen dit avontuur aan te gaan. Hetzij door mee te reizen, naar Brazilie, Sinai, Tomar of de Azoren: op de website connecting-the dots.eu vind je alle events. Vele handen maken ‘lichtwerk.’

En mocht je op een andere manier willen aanhaken, ideeën hebben of bij willen dragen, van harte welkom. Van 2-6 oktober hebben we een eerste brainstorm /overleg in Tomar om te kijken hoe we dit project handen en voeten kunnen geven. er zijn nog plaatsen!

Hartelijke groet!

Ton