De openbaring van de Jadegodin
Bali, Augustus 2015
Hij die geen begin
en geen einde kent.
Die de glorie van tijger, leeuw,
garoeda, draak bezit.
Die het zelfvertrouwen kent
waar geen woorden voor zijn.
Voor de voeten van de Rigden koning
bewijs ik eer.
Vier dagen geleden zijn Dewi en ik aangekomen op Bali. Dewi had op goed geluk een B&B geboekt, Pondok Pushpa, ten noorden van Ubud. Het blijkt een prachtige houten villa te zijn die ver weg ligt van de drukke toeristenplaatsen. De mensen zijn uitermate vriendelijk en het is een goede plek om te landen, na een reis van anderhalve dag in het vliegtuig. Onderweg hebben we acht uur op het vliegveld van Dubai moeten overnachten, op de grond tussen een rij plastic stoeltjes en de rolband, met boven ons het zicht op een aantal namaak palmbomen. We hebben nauwelijks geslapen en het bijzondere welkom in Pondok Pushpa is weldadig. De natuur en de tuin rondom de villa staan in schril contrast met de glamour en glitter van Dubai. We hebben het hele terrein inclusief zwembad voor onszelf.
Toevallig horen we van Gusti, onze gastheer, dat vijf minuten van onze villa vandaan de plek is waar de laatste strijd van de Balinese vrijheidsstrijders tegen de Nederlanders plaatsvond. De Nederlanders verloren, maar kwamen terug met vliegtuigen en schoten 1000 Balinezen dood. De Balinese aanvoerder pleegde zelfmoord. Nu staat er een tempel en een monument met de naam van alle omgekomen soldaten. We zijn nog maar een dag in Bali of het verhaal van onze vaders wordt op een presenteerblaadje aangeboden.
De volgende dag bezoeken we het herdenkingsmonument. Ik sta met Gusti voor de ingang van de tempel. We trekken onze sandalen uit en beginnen beiden te bidden. Hier staan we, Nederlander en Indonesiër, samen om de slachtoffers van het verleden te eren en te herdenken. Dewi zit in het gras en mediteert, en alledrie voelen we de kracht van de ceremonie. We voelen de aanwezigheid van onze vaders die allebei zo te lijden hebben gehad, aan beide kanten van de strijd. Gusti vertelt dat zijn moeder bij de Balinese inlichtingendienst zat en dat haar zoons daardoor na de onafhankelijkheid van Indonesië gratis naar school mochten. Ze worden de Pandava broers genoemd, naar het beroemde epos over de Mahabharata waarin de zeven broers het opnemen tegen de vijandelijke legers die het land bezetten. Mythologie en werkelijkheid lopen hier vaak naadloos in elkaar over. Dat zal nog sterker worden in de dagen die volgen.
DEEL 1
Twee dagen later vertrekken we naar een plek aan zee, in het zuiden van het eiland. We komen weer in toeristisch gebied en ik voel me stukken minder op mijn gemak. We krijgen een hutje vlakbij het strand, in de buurt van een rots die te maken heeft met een draak, zo horen we van de plaatselijke beheerder. Draken staan meestal voor krachtige plaatsen op aarde en ik vraag me af wat deze draak ons brengt. Het strandje is oogverblindend, maar ik bevries als ik te horen krijg dat Dewi, zonder dat ze het me vooraf had verteld, met een lover heeft afgesproken op Bali. Het is de laatste druppel. Mijn vertrouwen is verdwenen. Ik weet niet of ik boos, teleurgesteld of opgelucht moet zijn. Ik voel het allemaal, maar het is klaar. Ik kan het niet meer opbrengen dit weer met Dewi aan te gaan, en besluit de reis verder alleen te vervolgen. Ik voel me verslagen, als door een draak waar ik niet tegen opgewassen ben.
Ik vertrek naar een spiritueel centrum aan de voet van de Gunung Agung, de grote vulkaan van Bali. Als ik arriveer blijkt er die avond een vrouwengroep te starten, en ik ben de enige mannelijke gast. Ze hebben mij daarom een huisje aan de rivier gegeven, dat Ganga heet, naar de heilige rivier de Ganges in India. Wat toevallig, denk ik. Toen ik in februari vijftig werd dompelde ik me onder in de Ganges, aan de voet van de Himalaya. En nu ben ik hier…
Het huisje ligt enigszins verwijderd van het centrum. Als ik alle trappen afloop naar de rivier zie ik een werkelijk paradijselijke tuin, omgeven door een gigantische groene jungle van palmbomen, planten, bomen, bloemen en het onophoudelijke geluid van de wild stromende rivier die van de vulkaan vandaan komt. Ik neem mijn intrek en al na een dag voelt dit als thuis: de rivier, de vogel- en dierengeluiden, de regen en wolken, ‘s nachts de sterren en de volle maan, en eindeloze tijd om op mezelf te zijn en te reflecteren. De stilte doet me goed. Waar sta ik? Wat heb ik te doen? Welke beslissingen moet ik nemen? Echter hoe ik ook denk en denk, de oplossing komt niet, alleen een overweldigende aanwezigheid van de natuur, van de bomen en het ruisen van de wind. Na drie dagen in mezelf zoeken heb ik het gevoel dat ik helemaal doordraai in deze groene jungle, maar een duik in een natuurlijke jacuzzi van de rivierstroom en wat yoga brengen verlichting.
Terwijl ik dit aan mijn tafeltje schrijf kijk ik uit over een zee van groen. De enige andere kleur komt van de rode hibiscusbloemen die de mensen van het centrum iedere dag op een schaal voor het huis leggen.
Na drie dagen kom ik in gesprek met de man bij de receptie, die Gusti Agung heet. Terwijl ik mijn mail probeer te doen begint hij me een omslachtig verhaal te vertellen, over een oude legende. Ik heb er eigenlijk niet zoveel oren naar, totdat hij iets noemt over een draak. Zijn familie, de familie Agung, blijkt uit een oud geslacht van priesters, brahmin, te stammen, die de plek van de draak in ere houden. Ah, denk ik. Dit is de aanwijzing die ik zocht! Ik luister aandachtiger.
Het verhaal gaat over een priester, Sidimantra, uit Java die zeer gesteld was op zijn enige zoon. De zoon gaf zich echter over aan gokken en had geld nodig. Uit liefde voor zijn zoon reist Sidimantra naar de vulkaan. Hij vindt de grot van de draak, die Besaki heet. Hij zegt zijn mantra op, luidt de bel en de grote vrouwelijke draak komt uit de grot en vraagt hem wat hij wil. De priester vraagt om geld voor zijn zoon. De draak schudt met haar beschubde staart en overal rolt het geld op de grond. De priester mag het geld meenemen, op voorwaarde dat de zoon het gokken opgeeft. Maar als de zoon erachter komt waar het geld vandaan komt gaat hij zelf naar de grot van de draak. Hij eist meer geld en ziet dan dat de draak een enorme edelsteen op haar staart draagt. Hij pakt zijn zwaard en snijdt de staart eraf, waarop de draak in woede ontsteekt. Met een grote ademtocht van vuur verpulvert zij de zoon.
Als de priester hoort over het lot van zijn zoon gaat hij bedroefd naar de draak. Ze sluiten een pact. Als de draak de zoon terug tot leven brengt, zal hij de rest van zijn leven bij de drakengrot moeten blijven en de plek moeten eren en in stand houden. Zo geschiedt. Hieruit is de grote Moedertempel Besaki ontstaan, aan de voet van de vulkaan. De familieleden van de receptionist zijn al vele eeuwen de hoeders van de plek.
Als ik ‘s avonds samen met een jonge Fransman dineer, vertelt hij dat hij fan is van de televisieserie Game of Thrones. Hij vertelt over het lot van Galeesha en haar drie draken die in de serie voorkomen. Langzaam begint de mythologische werkelijkheid zich te openbaren, besef ik. Ik betast de houten hanger die ik om mijn nek heb, met de afbeelding van een draak erop. Ik heb hem een aantal weken geleden gekocht toen ik een lezing in Limburg gaf, in het dorpje Beesel dicht bij Venlo dat wemelt van de draken. Een kunstenaar heeft er zelfs een levensgrote draak op een rotonde geplaatst, die je ziet als je het dorp binnenkomt. En eens in het jaar zijn er grote drakenfeesten.
Het thema van de draak begint zich op allerlei manieren te tonen, maar wat het precies te zeggen heeft weet ik nog niet. Het zijn slechts de vingerwijzingen van het universum dat mij ergens heen wil leiden…
Die avond in mijn huisje denk ik terug aan het prachtige gamelan concert wat ik gisteren in de tempel in het dorp bijwoonde. Zo’n twintig jonge mannen sloegen op bellen, bekkens en gongs om de overleden zielen te eren. Als de muziek tot een hoogtepunt komt zie ik opeens het beeld van mijn vader die als jongeman de tempel binnen komt lopen, zijn legeruniform uittrekt en zijn wapens neerlegt. Achter hem volgen de zesduizend gesneuvelde Nederlandse soldaten die hetzelfde doen. Ze knielen neer en vragen om vergeving. De bellen bereiken een climax en dan wordt het stil. De man naast me ziet de tranen van ontroering op mijn wangen en vertelt me de naam van het muziekstuk: de vlucht van de Gouden Draak…
DEEL 2
In mijn zoektocht naar de draak kom ik verschillende kenmerken van hem tegen. Het eerste is een geschubde vrucht die ik bij mijn ontbijt krijg en die van binnen purpelpaars is met zwarte pitjes. De vrucht heet ‘Dragon’s fruit’…
Een ander drakenkenmerk wat ik hier tegenkomen stamt uit China. Leylijnen heten daar drakenlijnen. Sterke krachtplekken worden daar geassocieerd met de draak, de vurige energie die vanuit de aarde komt. Bali is een van de dertien grote krachtplekken op aarde. De legende van de draak op Bali is daarom niet toevallig. Het verhaal gaat dat een wijze oude priester een goede band heeft met de draak. Maar de zoon van de priester wordt bevangen door hebzucht als hij de schatten ziet die de draak bewaart. Ik denk aan de Nederlanders die goud geld verdienden aan hun kolonie in het Verre Oosten. De poging om Nederlands Indië te behouden als kolonie was dan ook vooral ingegeven door de zucht naar winst en handel. Tegenwoordig is hier de levendige toeristenhandel een bron van hebzucht. Er worden steeds grotere hotels gebouwd en de toeristische plaatsen schieten als paddestoelen uit de grond. En er komen steeds meer mensen naar Bali, het eiland van de Goden.
Zelfs als ik het grote tempelcomplex van Besaki bezoek, de tempel van de draak, word ik overvallen door een circus van toerisme. Iedereen probeert een graantje mee te pikken en van spiritualiteit is hier niet veel sprake meer. Toch weet ik soepel langs alle stalletjes en venters te komen. Als ik bij de laatste tempel aankom, is er niemand meer. De tempel is verlaten en wordt nauwelijks onderhouden. Een laatste vrouw probeert me nog wat geld af te troggelen, maar ik loop stoïcijns door naar binnen. Daar, helemaal achteraan, zie ik het beeld dat ik zocht en me herinner van een vorig bezoek: een draak in een grote cirkel, een soort levenswiel. Ik ga zitten en doe mijn meditatie.
Terwijl ik afstem word ik meer geconfronteerd met de innerlijke aspecten van de draak. Ik word tijdens deze reis en de afgelopen maanden sterk uitgedaagd mijn eigen draken in de ogen te kijken. Alles waar ik zelf nog niet zuiver of helder in ben en waar ik de neiging heb me te laten beïnvloeden door zelfzuchtige verlangens, wordt me helder voorgespiegeld. Alles op het gebied van sex, geld en macht komt aan de orde en hoe meer ik de ‘hebzucht’ loslaat, hoe meer ik mijn innerlijke kracht voel groeien. Soms vergt het een periode van loutering, snoeien en mislukken om uiteindelijk sterker te worden. Waar ik een dergelijk proces vroeger vooral in mijn eentje doormaakte, omdat ik het te pijnlijk of beschamend vond, deel ik het veel meer met anderen om me heen, waardoor het beduidend lichter wordt. Nog steeds pijnlijk af en toe, maar toch veel dragelijker. Niets menselijks is ons vreemd…
Als ik me afstem op de betekenis van de draak op fysiek niveau krijg ik de volgende informatie:
De draak of slang staat symbool voor het eerste chakra, het wortel of stuit chakra. Ons bekken is de grot waarin de draak huist. Vaak slaapt hij nog en is onze levenskracht, de kundalini-energie, nog onbewust en slapende. Zodra de draak ontwaakt wekt hij ons schrik aan, omdat de kracht ervan zo groot is. Hij kan vernietigend en verslindend zijn, maar als we de draak in de ogen kijken, bevriend met hem worden, wordt hij onze bondgenoot.
In de geschiedenis is de draak of de slang vaak als negatieve, duivelse energie afgebeeld, die gedood of onderworpen moest worden. Daarmee hebben we ons afgesneden van onze levenskracht die zetelt in het bekken, onderaan de wervelkolom. Juist door deze krachtige energie te omhelzen, te verkennen, te ontdekken en te eren wordt zij een krachtige bondgenoot in ons leven.
De draak bewaakt de schat, die symbool staat voor de sexuele of levensenergie. Zolang deze energie nog rauw, ongetransformeerd en primair blijft, spreken we over de rode draak, waarin passie, woede en verlangen met elkaar versmolten zijn. De rode draak vernietigt met zijn vurige tong allen die haar uit naïviteit tegemoet treden.
De groene of Jade draak is de draak van overgave, wijsheid en mededogen. De groene vrouwelijke en de rode mannelijke draak complementeren elkaar. Als beiden elkaar ontmoeten ontstaat de gouden draak, de getransformeerde levenskracht, de schat die gedeeld kan worden met de wereld en die het kwaad overwonnen heeft.
De gouden draak eert de sexuele kracht en levensenergie maar stelt haar ten dienste van het hart, van de goddelijke wijsheid. Zij vernietigt niet meer, maar schept met haar levensadem en verandert daarmee datgene dat dood of verdorven is in schoonheid, liefde en overvloed. Zij is getransformeerd van rauwe sexuele levenskracht die worstelt met de dualiteit en verlangen naar datgene dat buiten ons ligt, naar innerlijke kracht, vervulling en respect.
DEEL 3
Dewi sms’t me na enkele dagen dat ze de reis niet alleen af wil maken. Haar lover is niet gekomen. Ik besef steeds meer dat ik de relatie met haar moet loslaten, ook al gaat me dat ontzettend aan mijn hart. Ik besef echter wel dat ons werk niet klaar is, en dat we nog iets uit het verleden af te ronden hebben. Ik sms haar terug en enkele dagen later komt ze naar het centrum waar ik verblijf. Als we elkaar weer ontmoeten vertelt ze dat ze op een paradijselijke plek heeft gezeten maar helse nachten had. Iedere nacht zag ze beelden van verkrachte vrouwen. Ze zag alle pijn van de generatie vrouwen die de oorlog in Indonesië hebben meegemaakt langskomen. ‘Ik vrees dat mijn oma wellicht ook zoiets heeft meegemaakt,’ zegt ze.
Die nacht voel ik dezelfde heftigheid en beelden door mijn lijf gaan. Zodra ik op internet ga zoeken lijkt het of ik een beerput opentrek. Niet alleen tijdens de politionele acties van Nederlandse militairen in Indonesië, maar ook tijdens de Japanse bezetting en in de binnenlandse politieke strijd in de jaren daarna vindt verkrachting, het besnijden van vagina of borsten en het uitsluiten van slachtoffers door de samenleving op grote schaal plaats. Het misbruik van vrouwen tijdens oorlogen is een veelgebruikte strategie en uitwas van geweld, en wordt vaak daarna verzwegen. De ontkende pijn beïnvloedt vaak een aantal generaties vrouwen, omdat het probleem zelden of nooit erkenning krijgt. Zowel voor de slachtoffers als voor de daders is het te beschamend en pijnlijk om er over te spreken.
Terwijl we onze gevoelens en inzichten erover delen, snap ik dat dit ‘veld van pijn van vrouwen’ een belangrijk thema is en dat het cruciaal is het te benoemen en erkennen, waardoor de collectieve pijn verlicht kan worden en vele zielen hun last af kunnen leggen. Het ‘eren of terugbrengen van de Godin’ gaat wellicht in eerste en in laatste instantie over het eren van de vrouw[1] . Net zoals de vrouw wordt misbruikt, zo zien we eveneens dat moeder aarde en de natuur worden misbruikt. Het een ligt in het verlengde van het ander. Het is in een cultuur van ongevoeligheid, van onwetendheid en van het verlies van spirituele waarden, dat dit misbruik plaats kan vinden.
De volgende dag maak ik een wandeling door de rijstvelden. Het is laat in de middag en de avondzon schijnt met goudgele stralen over de groene terrassen, die de hele berghelling bedekken. Hier en daar staat een palmboom, een hutje met een koe, een vogelverschrikker aan een lange bamboestok. Ik zie af en toe iemand waden in de beekjes die tussen de velden doorstromen. Om mij heen zie ik een wereld die in perfecte harmonie lijkt te zijn, waarin mens en natuur in een volkomen evenwicht leven. Ik word diep geraakt door de schoonheid, de eenvoud en de onbeschrijfelijke verwevenheid van cultuur en natuur die zich in duizenden jaren heeft ontwikkeld. Tegelijkertijd overvalt me een diep verdriet, omdat ik overal waar ik reis op de wereld zie dat deze ‘oude’ natuurlijke culturen dreigen te verdwijnen onder het mom van vooruitgang. Winstbejag, de invloed van het kapitalisme, economische principes en de technische ontwikkelingen zorgen ervoor dat we vergeten dat we deel zijn van de aarde. Dat de natuur onze moeder is. Dat we geld niet kunnen eten. Dat we een matrix aan het creëeren zijn, een ‘machine-city’ of digitale wereld, waarin we zelf uiteindelijk niet meer kunnen overleven. Het lijkt allemaal zo veelbelovend, en veel mensen in ontwikkelingslanden smachten naar de welvaart van de westerse wereld. Maar ik vrees dat diezelfde welvaart een schaduwkant heeft die zijn weerga niet kent.
Terwijl ik de schoonheid van de natuur ervaar, lopen de tranen over mijn wangen en voel ik weer hoe belangrijk het lichtwerk is dat ik doe. Ook al begrijp ik er soms niets van en word ik overmand door twijfels en onzekerheid als we terechtkomen in onze persoonlijke conflicten en relationele geschillen. Toch is er een besef dat wat we doen iets groters dient, of zoals ik hoorde van mijn gidsen toen ik naar Bali vertrok: Bescherm de Godin. Hoe doe je zoiets? Zowel Dewi als ik beseffen dat het enige dat we kunnen doen is de emoties, of velden van collectieve energie, kunnen doorvoelen en er bewustzijn naartoe kunnen brengen.
Als ik me afstem op mijn gidsen krijg ik de volgende boodschap:
Het eiland Bali is een levend wezen. Het is een belichaming van de Godin. Als je je bewustzijn met het eiland verbindt, word je Haar. Je wordt een manifestatie van de Grote Godin, man en vrouw. Dus elke keer wanneer je je voor elkaar opent, begint dit kosmische veld te bestaan en de poort te openen: de poort naar de sterren, om de energieën van de kosmos de baarmoeder van de aarde binnen te laten gaan. Open jullie harten. Dit is je spirituele oefening. Het maakt niet uit of je dicht bij elkaar bent of niet: het kan vanaf een afstand. Het gaat om de intentie. Een intentie om de brug van dualiteit over te steken naar eenheid.
Nu is er een zeker patroon in het lichaam van het eiland, dat als een labyrint is. Je moet dan weer deze weg en dan weer die weg gaan om in het midden te komen, waarin het zelf en het centrum één worden: het individuele en het collectieve zullen kloppen als één. Dus volg je eigen voetstappen, vertrouw op je innerlijke leiding en weet dat je wordt gesteund, wat je ook doet. We houden erg veel van je om het werk dat je doet en we zijn trots op je. Weet dat er veel mensen zijn die in gedachten met je meereizen om je te helpen je pad te vinden. Eer ze en neem ze met je mee.
Diep vanuit de oceaan van de tijd komt een bericht: er is een kracht die gekend wil worden, die naar buiten wil komen. Door de poorten naar jullie harten open te houden kan deze kracht komen. Eer jezelf, want in het eren vind je de moed om je voorbij de programmering van de geest en van het verleden te bewegen…
We zijn blij met jullie te zijn en met jullie te co-creëeren, want dit zijn intensieve tijden. Geen wonder dat jullie er totaal in vastlopen. Dit is precies wat is voorbestemd. Het is in het niets, in het afbreken van patronen, dat het nieuwe zal verrijzen; dat de nieuwe tempel van het hart gevormd zal worden vanuit de leegte. Het is vanuit deze donkere kant dat nieuw leven kan ontstaan. Dat de energie van de vrouwelijke Christus naar buiten kan komen. Dus onze uitnodiging aan jullie is om telkens weer in ‘het Onbekende’ te gaan: om te luisteren, stil te zijn en je te verbinden. Verbind je met je ziel, verbind je met elkaar, met Moeder Aarde, met de Grote Godin en met dat wat het onuitspreekbare is.
Veel zegeningen…
DEEL 4
We keren terug naar de B&B waar we drie weken geleden onze reis op Bali begonnen zijn: bij de Pandava broers. Als afscheid van het eiland en als afscheid van onze relatie besluiten we samen een meditatie te doen aan de voet van de oude vulkaan Gunung Agung.
Terwijl we in een tempel de grond zitten komen allerlei beelden vanuit de diepte naar de oppervlakte. De berg lijkt zich te openen en ik zie een immens wit ei van licht in de berg en ik besef dat hier de spirituele kracht van Bali wordt bewaard. Een Godin bewaakt het ei van licht en geeft me iets van de energie mee om te kunnen helen en genezen.
Daarna krijg ik een beeld van een heilige kris, een kort Balinees zwaard dat ik ooit in het tropenmuseum in Amsterdam heb gezien en waarvan ik destijds voelde dat het daar niet thuishoorde. Het was een heilig voorwerp dat toebehoorde aan het Indonesische volk en in gedachten geef ik het aan de Godin van Bali.
Daarna zie ik alle vrouwen van Indonesië opstaan, die ik enkele nachten daarvoor nog in zoveel pijn had gezien door de wonden van de oorlog, van verkrachting en vernedering. Nu zijn het lichtkrijgers die gezamenlijk opstaan om het land, de aarde en de natuur te beschermen tegen de krachten van hebzucht, uitbuiting en misbruik. Ik voel groot ontzag en bewondering.
Het derde beeld toont de voorvaderen en stamoudsten van Bali, die echter zeer afhoudend en wantrouwend zijn. Wat komen jullie doen? vragen ze. In gedachten antwoord ik over ons doel, maar ik voel me er zelf niet zeker over. Wat kom ik eigenlijk doen? Een centrum starten? Ik dacht aan het werk dat ik deed in het Midden-Oosten, over het heling-werk in Gaza en de inspiratie die ik heb opgedaan bij de Essenen in Qumran. Ik voel dat het stil wordt aan de andere kant. Dus de profetie is waar…hoor ik uiteindelijk iemand zeggen. ‘De profetie…?’ vraag ik, maar ik krijg geen antwoord.
Ik open mijn ogen en kijk uit over de onmetelijke schoonheid van Bali en voel hoe bijzonder het is om hier met Dewi te zitten. Beiden zijn we ons bewust van de magie en de kracht die hier hangt en we genieten van elkaars gezelschap.
Ik stem me af op mijn gidsen en krijg de volgende boodschap door:
Wij zijn de Raad van Bali, de Oude Wijzen spreken. Het is het proces dat je naar de geheime kracht leidt die in dit land is: de kracht die ons door de eeuwen heen is gegeven door onze voorouders, door de goden, die deze kracht hebben geplaatst om hem in donkere tijden te kunnen gebruiken. Dus als er chaos is, zijn er altijd priesters en priesteressen, of heilige mannen en vrouwen, die toegang hebben tot dit meest geheime en heilige wapen van liefde. Het is een energetische kracht die de bron is van alle creatie. Het is gelijk aan de Ark van het Verbond in het Midden-Oosten. Door deze creatie kan alles bestaan. In de oude traditie waren mensen zich bewust van deze kracht. Mensen zijn zich dat nog steeds, hoewel ze er geen bewuste toegang toe hebben. Ze zijn de bron in zichzelf vergeten en dus in het eiland. Je bent hier om dit bewustzijn wakker te maken, door je met elkaar te verbinden. Door je met je hart met elkaar te verbinden, omdat je alleen met je hart de ware kracht kunt zien. Maak je geen zorgen over de technische details, de praktische stappen. Daar zullen wij voor zorgen. Het enige dat je te doen hebt is trouw te blijven aan je hart en je te openen voor hogere wijsheid. Dat was de oefening. Jullie losten grote issues in je leven en uit je verleden op. Waar je naar kijkt zijn de echo’s van de donkere elementen die nog steeds om aandacht vragen, maar die niet echt problematisch meer zijn. Jullie gingen door de barrières van jullie eigen ego’s; gaven je over aan elkaar en volhardden samen in jullie reis. Laat het nu gewoon los. Neem je rust. Ontspan. Alles zal goed zijn. Maak je geen zorgen over het resultaat. Jullie hebben precies gedaan waarvoor jullie hier kwamen. Daar zijn we zeer dankbaar voor. Er is een enorme waardering voor jullie intenties. We zegenen jullie met onze grootste giften van de levende bron. Namaste.
Terwijl de zon ondergaat en de rijstvelden goud kleuren, lopen we in stilte terug, ieder in zijn eigen gedachten verzonken. De drie weken zijn een aaneenschakeling geweest van verassende wendingen, mooie ontmoetingen en nieuwe vriendschappen, maar ook ontgoocheling, loslaten en desillusie. Bali is een magisch maar eveneens verwarrend eiland, net als mijn band met Dewi. De afgelopen maanden leken een soort spirituele inwijding waarin niets is wat het lijkt. Hoewel we beiden nog steeds veel liefde voor elkaar voelen, hebben we eindelijk op deze reis besloten elkaar los te laten. Dewi pakt mijn hand beet en kijkt me liefdevol aan. ‘Ik ben trots op ons,’ zegt ze.
EINDE