DE AFREKENCULTUUR

Over hedendaagse brandstapels en publieke terechtstellingen

In 1672 ging het bedroevend slecht met Nederland. De ene rampspoed volgde op de andere en het volk werd steeds ontevredener, opstandiger en bozer. De opgehitste sfeer culmineerde uiteindelijk in de moord op twee politici die jarenlang getracht hadden het land in goede banen te leiden. Een stroom aan geruchten en valse beschuldigingen leidde tot een explosie van geweld: Cornelis en Johan de Witt werden in de Haagse gevangenis tegenover het Binnenhof vermoord, waarna hun lijken werden ‘ontkleed, ondersteboven opgehangen en opengereten. De bevolking sneed vervolgens hun tenen, vingers, duimen, oren, neuzen, lippen, tongen, handen en geslachten af. Daarna werden de lijken opgesneden en gespalkt.’

Geen gezellig tafereel. Dat zouden we nu niet meer doen. Of wel?

Het valt me al een tijdje op dat de afrekencultuur in Nederland steeds heftiger en intenser wordt. Mensen worden weliswaar niet gemarteld of opengespalkt, maar wel sociaal en publiekelijk terecht gesteld. Politici, vrouwen, artiesten, religieuze leiders die in opspraak komen worden gecancelled of bedreigd, verbaal gemolesteerd en beschuldigd. De hedendaagse geruchtenmachine – social media – werkt op volle toeren en zorgt ervoor dat de publieke onvrede en volkse woede steeds grotere hoogten – of diepten – bereikt. 

HEKSENJACHT

Er is een akelige traditie om vrouwen die met hun hoofd boven het maaiveld uitkomen of een belangrijke positie bekleden symbolisch op de brandstapel te zetten. Zo zagen we in de afgelopen decennia een heksenjacht plaatsvinden op o.a. Greet Hofmans, Yomanda, Ayaan Hirshi Ali, Greta Duisenberg en Sylvana Simons. Jomanda en Ayaan verhuisden uit Nederland, en Jomanda gaf aan dat ze nooit meer terug wil komen. Momenteel zijn Sigrid Kaag van D’66 en Caroline van der Plas van de BBB aan de beurt. Sigrid Kaag werd onlangs door een menigte opgewacht met fakkels. Duidelijker kan het mijns inziens niet. Caroline van der Plas heeft continue beveiliging omdat ze regelmatig bedreigd wordt. Buiten Nederland zien we hoe de jonge Zweedse Greta Thunberg door de mangel wordt gehaald. ‘Als we Greta serieus moeten nemen, dan mag ik sex met kinderen hebben,’ schreef een man van middelbare leeftijd. 

Terwijl het voorheen vooral vrouwen waren die dit lot te wachten stond, zo zijn het de laatste tijd ook steeds meer mannen die op het publiekelijke schavot belanden. Mannen die voorheen collectieve helden waren, die we op een voetstuk hadden gezet, aanbaden en vereerden, blijken toch menselijk te zijn, en zelf fouten te maken. Dezelfde volkswoede valt hen ten deel. Ze worden publiekelijk opgehangen, gevierendeeld, opengespalkt en aan de honden gevoerd. Ik denk aan de reacties op mannen als Ali B, Marco Borsato, Matthijs van Nieuwkerk, kinderboekenschrijver Pim Lammers en anderen. Los van wat er gebeurd is, vind ik de reacties van ons – het volk – beangstigend en zorgwekkend. We hebben in een democratie een rechterlijke macht die de balans opmaakt. Onrecht moet bestraft worden. Maar het lijkt alsof we – net als de woedende menigte in Den Haag met de Gebroeders de Witt – ons met passie op de ‘ veroordeelden’ storten. De rechter heeft nog geen oordeel geveld, en vaak weten we ook niet precies wat zich heeft afgespeeld, behalve van horen zeggen, of we richten ons als bloeddorstige honden op de kadavers. 

Ooit had een bevriend echtpaar van me een spirituele reis naar Peru georganiseerd. Ze kwamen echter met hun hele groep in een ernstig ongeluk terecht. Acht mensen vonden de dood, waaronder de man van het echtpaar. De vrouw lag in coma, had diverse innerlijke verwondingen, botbreuken en haar leven ging aan een draadje. Terwijl ze nog lag te revalideren, gingen er diverse haatmails rond die beweerden dat zij de schuld was van het ongeluk. Wat me vooral opviel in het verhaal was dat voorheen nabije vrienden, spirituele mensen, zich ontpopten tot wraakbeluste jachthonden. 

Nu is dat wellicht een aspect van het menszijn, een kant die we allemaal hebben. Sluimerende jaloezie, afgunst, minderwaardigheid en competitie dragen ertoe bij dat we succesvolle mensen graag een keer zien struikelen. Gelukkig, denken we, ook zij zijn onderhevig aan de sociale zwaartekracht. Het is een menselijk fenomeen waar we allemaal in meer of mindere mate mee behept zijn. Het wordt pas zorgelijk als een samenleving als geheel dit ‘wraakgedrag’ gaat aanmoedigen of ophitsen. 

Dan krijgen we situaties zoals gebeurd is met de Armeense elite in Istanbul, die werd uitgemoord als voorspel op de grote Armeense genocide. Of de Kristalnacht in Duitsland, waarin synagoges in brand werden gestoken. Het vervolg kennen we. Onlangs zagen we het tegenovergestelde: op de Westbank gingen een woedende menigte Joodse ‘settlers’ met fakkels naar een Palestijns dorp en zetten huizen, auto’s en winkels in brand. Het Israëlisch leger keek voor het gemak even de andere kant op. Een Israëlische minister moedigde het fenomeen aan. 

Het zijn de uitwassen van een wereld die uit balans is. Voorheen zagen we dat vooral op het nieuws over het verre buitenland. Maar het lijkt erop alsof de golf van ontevredenheid en volkswoede steeds dichterbij komt. Het tekent de collectieve onrust, angst en onzekerheid, waardoor we op zoek gaan naar een zondebok. Wie kunnen we aan de schandpaal nagelen voor al het onheil dat ons overkomt? Politieke leiders zoals Cornelis en Johan de Witt waren destijds het doelwit van de publiekelijke haat campagne. In deze tijd zijn het Mark Rutte, Carolien van der Plas, Sigrid Kaag, Klaus Schwab en anderen die gedemoniseerd worden. 

Onlangs zat ik naast een man die zijn woede over Poetin kenbaar maakte met veel verbaal agressief geweld. Die woede is wellicht terecht, maar zei net zoveel over de agressie van de man zelf, en de pijn die er waarschijnlijk onder zit. Net als bij Poetin. Het gaat altijd om zelfkennis. Als je ergens zo vreselijk boos over wordt, is een goede vraag altijd: waarom word ik hier zo boos over?

Vorige week viel de Dalai Lama in ongenade bij spiritueel Nederland. Op een filmpje was een wat ongemakkelijke ontmoeting te zien tussen de geestelijke leider en een jongen van zeven. ‘Suck my tongue,’ had de Dalai Lama gezegd. Of dat duidt op onfrisse seksuele praktijken of dat het niet meer dan een grapje van een oude man is weten we niet, maar de woede is er niet minder om. De golf van haat en veroordeling die over het internet gutst is verontrustend. 

Om eerlijk te zijn, het beangstigt me. Je weet nooit wanneer je zelf het slachtoffer wordt. Het lijkt erop alsof onze cultuur minder verdraagzaam, minder tolerant is geworden. Dan heb ik het niet over bewezen onrecht en misdaad, maar over geruchten, kwaadsprekerij, desinformatie, hatespeech, politieke voor- en afkeuren en de roeptoeter van de (sociale) media. 

Ik moet denken aan een verhaal van een man die later zelf het slachtoffer werd van een dergelijk volksgericht. Toen een vrouw op het punt stond gestenigd te worden omdat ze overspel had gepleegd, keek hij de omstanders aan, en zei: ‘Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.’

www.tonvanderkroon.com