Verhalen van een wounded healer
Als ik op een winterse dag in mijn studententijd wakker word – ik woon op een zolderkamer in de Violenstraat in Groningen – hoor ik een oorverdovend gehuil in mijn hoofd. Er heeft zich een drama voorgedaan, maar ik heb geen idee met wat of met wie. Ik loop naar het raam en zie dat de wereld veranderd is in een prachtig ijspaleis. Het heeft de hele nacht geregend terwijl het vroor. Op alle huizen zit een dikke laag ijs van soms wel 5 tot 10 centimeter.
Als ik later de fiets pak en over het ijs naar de universiteit schuifel, zie ik de oorzaak van de pijn die ik voel. Tientallen, honderden, bomen zijn door het gewicht van het ijs omgebogen tot op de grond, of simpelweg gebroken. De wegen liggen bezaaid met takken of halve bomen die zijn afgebroken. Het is een slachtveld. En het meest vreemde is: ik hoor en voel de pijn van de bomen…
Een jaar later krijg ik meer inzicht over dit vreemde fenomeen tijdens een reis in Frankrijk. Als een korte vakantieliefde eindigt en ik in een zwart gat van eenzaamheid, depressie en duisternis lijk te zakken, gaat opeens het licht aan. Een helder inzicht dringt tot me door: de gevoelens die ik voel zijn niet van mij, maar van haar. Als op slag ben ik van mijn depressieve gevoelens af.
Maar wat nog belangrijker is: ik begrijp voor het eerst in mijn leven dat wat ik voel niet allemaal van mij is. Ik pik in hoge mate emoties, ervaringen en ‘energieën’ op van anderen. Dat woord energie – in die tijd nogal onbekend of beladen – begint een steeds grotere betekenis te krijgen. Blijkbaar ben ik vatbaar voor ‘energieën’, en ik weet nog niet of dat een vloek of een zegen is.
Ik kan er extreme last van hebben, en het maakt me regelmatig eenzaam, onbegrepen of asociaal. Zet me op een verjaardagsfeestje of bij een familierëunie en ik ga alles voelen wat anderen onderdrukken of niet willen voelen. Vele malen kom ik gebroken, misselijk en volledig in de war weer thuis. Ik merk dat ik agressief of zelfdestructief gedrag vertoon. Ik ontdek dat de emoties er weer uit komen als ik begin te boeren, (wat niet echt heel charmant is). Het is als lucht die zich verzameld heeft in mijn maag of darmen. Ik krijg dan ook jaren last van verkramping in mijn maag en een daarmee gepaard gaande maagzweer.
Tien jaar na de ijsnacht in Groningen, krijg ik een zelfde soort ervaring. Ik woon inmiddels in Amsterdam, het is 11 juli 1995. Ik word wakker en hoor op het nieuws dat in Srebrenica, een moslimenclave in voormalig Joegoslavië, de mannen en vrouwen gescheiden zijn, en dat de schoenen van de mannen verzameld worden. Op het nieuws wordt nog met geen woord gerept over moord of doodslag, maar in mijn lijf weet ik wat er op dat moment plaatsvind. Ik loop huilend door de stad en kom terecht bij het monument van de vrouwen van Ravensbrück op het Museumplein. Opnieuw voel ik het trauma van de duizenden mensen die op dat moment worden afgeslacht. En wat me nog radelozer maakt is dat niemand anders dat lijkt te voelen of te begrijpen. Drie maanden later komt het verschrikkelijke nieuws pas naar buiten. 8000 moslimmannen zijn na de val van Srebrenica, dat onder bescherming stond van Nederlandse militairen, afgemaakt. De Nederlanders komen met de schrik vrij, doen een rondedansje met de minister, het brengt een regering ten val en het leidt tot een jarenlang collectief trauma.
LEREN VOELEN
In die tijd geef ik al vijf jaar mannenworkshops, wat in die tijd nog een vreemd en ongemakkelijk fenomeen is. ‘Mannenworkshops?? Wat doen jullie daar dan? Om een vuurtje dansen met trommels? Of zijn jullie allemaal homo’s?’ Zowel individuele reacties als berichten in de media sabelen mannenwerk in die tijd ongenadig neer. Het taboe is nog te groot. Dat mannen kunnen voelen, of moeten ‘leren voelen’ is nog een onbekend fenomeen. Maar voor mijzelf is het een uitkomst. In mijn werk mag ik voelen en vervolgens wat ik voel teruggeven aan de deelnemers. Daar hebben ze namelijk voor betaald. Voor het eerst wordt mijn kwetsbaarheid een kracht. Sterker nog; ik voel me er wonderlijk goed bij. Zodra een groep mannen de ‘vader-zoon cirkel’ heeft doorgemaakt, een zeer emotionele oefening die het hart vormt van de workshop, voel ik alsof mijn innerlijke wereld verandert van een dik wolkendek in een strakblauwe hemel. Wat een bevrijding, ook al vraagt het veel inspanning en focus. Het is een tweesnijdend zwaard: het helpt anderen en het helpt mijzelf.
GAZA
In 2003 word ik uitgenodigd om traumahulpverlening te geven aan jonge mensen in de Gazastrook. Er breekt een volgende fase aan in het werken met mijn hooggevoeligheid. Ten eerste merk ik dat ik me in Gaza wonderlijk genoeg heel goed en helder voel. Het trauma is hier niet onder de oppervlakte weggemoffeld zoals in Nederland, maar gewoon met het blote oog te zien: kapotgeschoten huizen, betonnen karkassen van Israëlische bombardementen, kapotte auto’s, chaos en armoede door de jarenlange aanvallen, bezetting en onderdrukking.
Voor het eerst komen de uiterlijke beelden overeen met mijn innerlijke gemoedstoestand en dat creëert een grote rust. What you see is what you get.
De workshops met jonge Palestijnse theatermakers die ik gedurende 10 jaar jaarlijks geef, zijn de meest intense die ik in mijn leven meemaak. Soms vallen jonge mannen of vrouwen tijdens de workshop bewusteloos neer, rennen tegen de muren op, en ervaren opnieuw het trauma van de oorlog. Ik houd ze vast, huil met ze mee, praat, lach en deel de emoties die ze tegenkomen. Ook in de moslimwereld zijn gevoelens taboe – ‘mannen huilen niet’ – maar doordat ik werk met jonge acteurs begint er langzaam licht te schijnen in de duisternis. Als prettig bijgevolg begint de rijkdom aan emotionele schakeringen van hun voorstellingen steeds groter te worden.
Aangezien ik geen formele opleiding heb in traumahulpverlening, moet ik alles ‘on the spot’ leren. Dat gaat wonderlijk wel, vooral omdat mijn eigen gevoelens en de diepte ervan me precies uitleggen wat er aan de orde is en wat ik moet doen om mensen te helpen. (jaren later geef ik ook mannenworkshops aan Israelische mannen, zodat ik in het conflict niet totaal uit balans en overmatig partijdig word. Voor wie alles wil lezen over mijn ervaringen in Gaza, raad ik aan om ‘Dagboek Gaza’ te lezen)
WAAN OF ZIN?
Door al deze ervaringen begin ik te begrijpen hoe ik mijn hooggevoeligheid kan gebruiken in dienst van anderen. Mijn kwetsbaarheid wordt opeens een kracht die ik kan inzetten. Niet dat het daarmee makkelijker wordt, maar wel beter hanteerbaar en begrijpelijker voor mijzelf. Ik ben zoals ze dat in de mythologie noemen een ‘wounded healer’. In mijn werk voel ik me meer op mijn gemak en rustiger dan in de ‘gewone’ wereld. In plaats van de noodzaak om geld te verdienen is werk voor mij vooral een manier om geestelijk en emotioneel gezond te blijven.
De dagen op de universiteit in Groningen en het daarmee gepaard gaande wetenschappelijke paradigma zijn reeds lange tijd voorbij. Heel veel werk en theorieën die binnen dit kader worden gebruikt zijn door mijn eigen ervaringen totaal niet meer bruikbaar. Soms vecht ik er nog tegen, maar ik zie dat je door dit pionierswerk niet anders kunt doen dan gewoon op je eigen pad doorgaan. Mannenwerk, praten met bomen, energieën voelen, stemmen horen; voor mij is dat na 30 jaar een soort ‘gewone’ realiteit geworden, ook al besef ik dat de wereld om mij heen dat heel anders ziet. Binnen de modellen van de psychologie of psychiatrie zal ik vermoedelijk hoog scoren op de ladder van waanzin. Het is niet anders… Gelukkig zie ik ook dat er steeds meer mensen zijn die dezelfde ervaringen opdoen, zich er ongetwijfeld even onthand mee voelen als ik in de bestaande samenleving, maar er toch woorden aan geven en er naar handelen.
LICHTWERK
Door mijn werk in de Gazastrook begrijp ik dat ik niet alleen werk met individuen of groepen, maar met een collectief ‘veld’ van energie dat zich uitstrekt over heel Gaza. Terwijl ik ’s nachts in mijn hotelkamer lig, krijg ik inzicht over hoe dat collectieve veld werkt, en hoe je als persoon als een soort acupunctuurnaald kan fungeren in een groter veld. Een heel nieuw werkgebied opent zich, dat ik bij gebrek aan beter ‘Lichtwerk’ noem, het helen van collectieve wonden. In mijn ervaring is het meestal eerder duister werk, of schaduw werk, want de crux is dat je je verbindt met velden van pijn en trauma, waardoor je de innerlijke wonden kan transformeren en om kan buigen naar het licht. Het is alsof je in een donkere kamer een kaars aansteekt. De kunst en moeilijkheid is om onderscheid te kunnen blijven maken tussen mijn eigen emoties en de energie van het veld.
In de jaren erna reis ik naar talloze landen – Egypte, Iran, India, Noord Korea, Rwanda etc. etc- om dit werk tezamen met een team van ‘lichtwerkers’ uit te voeren. Er ontstaat een nieuw soort wetenschap: energetisch werk voor de aarde, het werken met collectieve velden om energetische wonden uit het verleden te helen. Het leidt uiteindelijk tot een van de grootste projecten op 8 november 2022, waarin we met een groep van plus minus 80 mannen en vrouwen een nacht lang een meditatie doen op de berg Sinai. Tegelijkertijd zijn er duizenden mensen die wereldwijd afstemmen; groepen in Japan, Italië, Frankrijk, Nederland, België, Amerika, Engeland, Namibië, Mexico, Peru, you name it; op meer dan 100 plekken verzamelen zich mensen die allen hetzelfde doel hebben: het helen van de aarde, het energetisch veld versterken en het donker omarmen en omzetten in licht. Het wordt een onvoorstelbare gebeurtenis, waarin we voor het eerst voelen hoe we met duizenden mensen tegelijkertijd verbonden zijn. Het world wide web wordt geactiveerd, alleen niet door computers, maar door onszelf.
MOEDER AARDE
Al langer besef ik dat ik niet alleen collectieve velden van landen kan invoelen, maar ik soms voel ook de hartslag van Moeder Aarde. Onze planeet blijkt geen dode klomp steen in het universum te zijn, maar een levend organisme, zoals James Lovelock in de Gaia hypothese uiteenzet. Ik voel haar pijn, haar wonden, haar moeite om gezond te blijven onder het juk van de mensheid, die zichzelf niet kan voelen, en daardoor niet ziet welke schade ze aanricht. We blijven maar doorgaan onze natuurlijke leefwereld te misbruiken en uit te buiten, in dienst van persoonlijk gewin. Vooral mannen lijken door een gebrek aan gevoeligheid niet te beseffen dat nog meer wifi, nog meer wapens, nog meer industrie, nog meer satellieten, nog meer en meer, ons uiteindelijk leeg en ontheemd achterlaat.
KANARIE IN DE KOLENMIJN
De laatste jaren duikt een pijnlijk neveneffect op hooggevoeligheid. Dat wordt voelbaar als in maart 2020 op steenworp afstand van mijn huis – halfweg de Rozengracht in de Jordaan – een grote nieuwe telecommast wordt geplaatst, klaar voor 5G. Ik voel me als de kanarie in de kolenmijn. Ik krijg last van zenuwpijnen. Als ik mijn laptop open zie ik meer dan 50 verschillende wifikanalen en providers. Mijn huis is als een soort magnetron, en steeds vaker voelt mijn lichaam ’s nachts aan alsof het zich daar ook werkelijk in bevindt: een soort verhitte toestand van mijn huid, bloed en organen zorgen ervoor dat het lijkt alsof ik urenlang op een kookplaatje lig en de temperatuur steeds verder wordt opgevoerd. Het doet me uiteindelijk besluiten om de stad te verlaten.
In de Volkskrant lees ik een soort voorspelling over hoe dit waarschijnlijk afloopt: ‘Exxon mobile wist al jaren van de schadelijke gevolgen van fossiele brandstof voor het klimaat.’ Ik hoef alleen maar de woorden Exxon Mobile te vervangen voor ’T-mobile’, ‘fossiele brandstof’ voor ‘straling’, en ‘het klimaat’ voor ‘het menselijk lichaam’. Langzamerhand zijn we de aarde en haar levende natuur aan het vervangen voor een technologische, digitale, dode wereld. We beseffen alleen nog niet dat wijzelf daar ook niet meer bij horen.
Ik denk dat de oplossing van veel problemen in de wereld – of het nu milieuproblemen, oorlog, rampen of trauma is – gezocht moeten worden in een inzicht in innerlijk werk. De kern daarin is: leren voelen. In het meest persoonlijke ligt het universele verscholen. Na de industriële revolutie en de digitale revolutie, zie ik een ‘energetische, spirituele revolutie’ voor me. Eentje waarin we niet alles door middel van techniek of wetenschap oplossen, maar de hoogste intelligente en gevoelige computers ter wereld inzetten: wijzelf.
Ton van der Kroon
NB. Mocht je mijn schrijfwerk waarderen, en mij financieel willen ondersteunen, dan is dat zeer welkom! Door jullie hulp kan ik doorgaan met onderzoek, schrijven en energetisch werk te doen. Alle beetjes zijn welkom, groot of klein. 🙂
Stichting TREE OF LIFE, IBAN: NL67 TRIO 0338 9423 43
(BICcode: TRIONL2U)