OP EEN KLEIN STATIONNETJE…

Voor mij zijn treinreizen de ultieme ervaring: rustig zitten, niets kunnen doen, het landschap in je opnemen, en je laten leiden door het moment. Dit keer reis ik per trein van het Katharenland in de Pyreneeën naar de thuishaven Tomar in Portugal, een afstand van zo’n 1250 kilometer in 3 dagen tijd. Wat een avontuur, wat een vrijheid, wat een ervaring!

Anne zette me drie dagen geleden af in Foix, Katharenstad in de zuid Franse Pyreneeën. Vandaar ging er een boemeltrein de bergen over richting Spanje. Een prachtige tocht van zo’n 3 uur door de majestueuze bergketen die Frankrijk scheidt van het Iberisch Schiereiland. Halverwege het bergmassief – in Latour de Carol – moest ik overstappen op de Spaanse trein die me naar Barcelona bracht. In Barcelona nam ik een hogesnelheidstrein richting Zaragoza om de drukte van de grote toeristenmassa aan de kust te mijden.

Overal in Spanje voel je de vele lagen van de geschiedenis: Kelten, Romeinen, Visigothen, Moren, Tempeliers, Christenen, Communisten, en uiteindelijk de huidige tijd. Het is een uitgestrekt land met enorme kale vlaktes, bergen en akkers. De markante steden zijn als vruchtbare oases in een verder groots, maar leeg land. Hier voel je nog de ruimte die we in de Lage Landen missen. De leegte geeft tevens ruimte tot nadenken, reflecteren, gebaande paden verlaten, nieuwe perspectieven.

In de trein van Zaragoza naar Madrid kom ik naast een hippe dame met rood trainingspak en zonnebril te zitten. Op haar rode pullover staat New York. ‘Raad eens waar ik vandaan kom?’ vraagt ze. Aan haar kleding te zien schat ik Amerika, maar haar accent verraadt iets anders. ‘Ik vermoed iets oost Europees. ‘Ik kom uit Rusland,’ bekent ze. Ik vertel dat ik in de jaren negentig enkele malen in Rusland ben geweest en van het land en de mensen houdt. Ze is helemaal gerustgesteld, want in deze tijd vertellen dat je uit Rusland komt is niet per definitie een goed plan. Ze praat honderd uit. Dat ze werkte voor een Nederlands/Brits bedrijf; dat sinds de oorlog begon ze voor zichzelf is begonnen; dat ze houdt van reizen; dat ze niet gelooft in God, maar wel in energie en gedachtenkracht; en dat ze twee dochters heeft en een dominante moeder. Het gesprek inspireert me, omdat ik snap dat dit soort vrouwen de moed hebben om – ondanks alles – van hun land iets beters te maken en niet op te geven. ‘I am Elena,’ stelt ze zichzelf voor. Op de een of andere vreemde manier wist ik al dat dat haar naam was.

In Madrid nemen we weer afscheid. Ik probeer een ticket te kopen naar de grens met Portugal, maar de dame van het loket vertelt dat de komende dagen alles vol is. Oeps, dat had ik niet verwacht. Dan maar een truuk toepassen en mijn gidsen om raad vragen. Een ticket naar Toledo is wel beschikbaar, seinen ze me in, en enkele minuten later zit ik op de trein naar Toledo, het oude hart van Spanje. In de kabbala is dit de tifferet, het stralende middelpunt van Spanje, zoals Tomar dat is voor Portugal.

Als ik aankom zie ik een beeld van een koning op een paard zitten die zijn zwaard in de zon omhoog houdt. Het is een ultiem beeld van krachtig mannelijk leiderschap. Iets verderop staat een ander beeld: dit keer van een vrouw die een groot zwaard in haar handen heeft liggen. Het zwaard van rechtvaardigheid en waarheid. Beiden duiden op wat we in deze tijd nodig hebben en zo vaak missen: krachtig leiderschap vanuit het hart, en onderscheidingsvermogen zodat we het verschil kunnen zien tussen waarheid en leugen, tussen fake en true, tussen disinformatie en goede journalistiek. Geen gemakkelijke opgave in de tijd van deepfakes, AI en Social en Mainstream media. Want wie vertelt de waarheid?

Wonderwel kan ik vanuit Toledo via een omweg wel naar Portugal. Mijn gidsen hadden gelijk. Er is een bus naar een godverlaten station waar de intercity stopt. Niets zo mooi als een station in ‘the Middle of Nowhere’, met mooie muziek op, trillende hitte van 39 graden en een klein lokaal barretje waar de mannen uit de buurt hun biertje komen drinken. Beetje Wim Wenders sfeer. ‘I am calling you’. Drie en half uur wachten tot de trein komt.
De trein brengt me naar de laatste stad voor de Spaans/Portugese grens: Badajoz, gelegen aan de rivier de Guadiana. Ook hier vele lagen geschiedenis, een mooi fort, prachtige kerken en pleintjes, en een prettige B&B. Er zijn nauwelijks toeristen hier, alleen wat reizigers. Ik maak me verstaanbaar met handen en voeten, want ik spreek geen Spaans. De mensen zijjn aardig.

De volgende ochtend bezoek ik het fort en zie dat hier al bewoning was in de oertijd. Fascinerende rotstekeningen op immense keien. Ik voel de oude lijn van vroeger naar nu. Hoewel de techniek en de omstandigheden anders zijn, is de mens altijd dezelfde, besef ik. Op zoek naar eten, veiligheid, samenzijn, sex, en verbinding. Met de toenemende polariteit, het zoeken naar zondebokken, schuldigen, en iemand om onze boosheid op te projecteren vergeten we dat we allemaal hetzelfde zijn, waar en hoe we ook leven. Of we nu rijk of arm zijn, man of vrouw, joods, moslim of christen.

Op het nieuws volg ik de ophef rondom de openingsceremonie in Parijs. Dat Christenen zich beledigd voelen omdat het laatste avondmaal geridiculiseerd wordt. Ik voel de hete adem van fundamentalisme. Vooral omdat het helemaal niet het laatste avondmaal voorstelt, maar de Griekse god Dionysus die met druiventros en bloemenslingers op tafel ligt.
Wat mij dan weer opvalt is dat de deelnemers aan dit avondmaal zich tonen in de meest krasse en kleurrijke uitdossingen, maar dat een deelneemster met een simpele hoofddoek om niet aan de olympische spelen mag deelnemen. Het lijkt of alles steeds extremer wordt de laatste tijd.

Als ik de volgende dag de trein neem om de grens over te steken naar Portugal, wordt het grote verschil tussen Spanje/West europa en Portugal duidelijk. Waar in Spanje nog hogesnelheidstreinen rijden, à prijzen van 70 / 80 euro, zo staat er voor de overtocht naar Portugal een klein groen dieseltreintje te wachten. De reis van 3 uur kost € 14,40. Tickets kunnen alleen in de trein worden gekocht. Er is meer dan genoeg plaats.

Langzaam tuf ik door de gele akkers en kurkeiken de grens over, naar het land van de toekomst. Een plek waar alles lijkt op de jaren zeventig, maar voor mij is terug naar af soms juist vooruitgang. De laatsten zullen de eersten zijn…