PALESTINA REISVERSLAG

 Deel 1

Women Wage Peace

‘Ben jij Ton van der Kroon?’ roept de stewardess van Transavia uit. Ik kijk wat verbaasd op. ‘We hebben elkaar ontmoet in Egypte,’ zegt ze enthousiast, ‘en ik heb veel van je boeken gelezen!’ Een heel gesprek ontwikkeld zich, terwijl andere mensen zich achter haar langs door het gangpad van het vliegtuig wurmen. ‘We moeten zeker op de foto!’ Ze biedt me thee aan en vraagt of ik niet in de cockpit wil zitten tijdens het landen. Dat blijkt uiteindelijk niet te kunnen wegens strenge israëlische  veiligheidsredenen, maar het idee is leuk. ‘Heel veel succes bij Women Wage Peace, zegt ze. ‘Ik volg je op Facebook.’

Het jonge joodse stel naast me vermaakt zich intussen. ‘Ah, we got it: famous writer gets VIP treatment: tea, cockpit… And we are the normal poor people who have to work hard.’ Ik lach wat verontschuldigend en als ik ze vertel dat ik naar de Women Wage Peace bijeenkomst ga, vertelt de man dat zijn moeder er ook heen gaat. ‘No, really, what a coïncidence!’

De dame aan de andere kant van het gangpad vertelt dat haar zus er ook van gehoord heeft. Zelf werkt ze voor het Anne Frank Huis. Ik moet denken aan de voorfilm die ik laatst in de bioscoop zag waar in een vliegtuig iedereen elkaar blijkt te kennen. Ze zijn allemaal uitgenodigd door de piloot die besloten heeft zelfmoord te plegen. Onze vlucht loopt echter heel anders af. Als we landen krijgt de piloot een luid applaus. We zijn in Israel. We, dat is Ingrid Groenen van School of Life, en ik zelf. 


DEEL 2.

Het plan is dat we eerst naar Gaza gaan om daar traumahulpverlening te doen voor palestijnse journalisten, maar na aankomst kregen we te horen dat de permit van het israelische leger nog niet binnen is. Daar komt bij dat er allerlei feestdagen zijn,waardoor de toegangspoort naar Gaza, Erez, veelal gesloten is. Kortom, we zijn min of meer gestrand in Jaffa. Dat is geen straf, want Jaffa is een 4000 jaar oude havenstad, met pittoreske arabische straatjes, een mooi strand en een klein haventje. Daarachter en eromheen is de grote stad Tel Aviv verrezen, die het arabische stadje min of meer heeft opgeslokt. Beetje exemplarisch voor de situatie hier. In deze hippe stad heb je geen idee wat er een aantal kilometer verderop gebeurt, achter de muur van de Gazastrook. 

Ingrid en ik bespreken onze plannen voor de komende dagen. We komen er beiden op uit dat het belangrijk is om ons over te geven aan datgene dat komt, en niet trachten te forceren. Morgen ligt het hele land volledig stil in verband met de belangrijkste religieuze dag: Yom Kipur, de dag waarop je vergeving vraagt voor wat je misdaan hebt; een dag van verzoening en vergeving. ‘Goed idee,’ denk ik. 


deel 3.

Vandaag, tijdens Yom Kipur, de grote verzoendag, eerst een paar uur gewerkt op internet en Facebook. In overleg met één van de 13 Grandmothers uit Amerika hebben we een wereldmeditatie uitgezet om de Palestijnse en israelische vrouwen van WOMEN WAGE PEACE te ondersteunen. Wonderlijk hoe snel je meer dan een miljoen mensen kunt bereiken via verschillende groepen. En nu hopen dat die het weer delen. ?

Daarna samen met Ingrid naar het strand gegaan, en behoorlijk verbrand. Het is hier nog comfortabel warm en het zeewater is lauw. Het is druk vandaag, omdat de meeste mensen na het grote familiefeest de zee opzoeken. Er rennen honden over het strand en vele jonge koppels brengen hier hun tijd door. Een jong stel voor ons doet acrobatiek-oefeningen. Ik maak er een foto man: man ondersteunt de vrouw, die in het licht van de zon zweeft. Mooi beeld voor onze reis…

Voor ons gaat een klein roeibootje met een hele grote griekse vlag te water. Ik kijk naar de naam van het bootje dat de golven in de branding trotseert: Aphrodite, de godin van de liefde. In de griekse mythologie herrijst Aphrodite uit de golven, geboren uit het zaad en schuim van Zeus. Ze is dezelfde godin als hathor, Astarte of Astoreth. Bovenop de heuvel van Jaffa, die zich naast ons strand in zee uitstrekt, ligt een oud tempelcomplex gewijd aan de godin Astoreth. Het lijkt wel of de liefdesgodin  haar aanwezigheid kenbaar maakt. “Hier ben ik, ik kom uit de golven van de oceaan naar jullie toe.”

Dan begint het me opeens op te vallen hoe de ene na de andere prachtige James Bond-achtige vrouw heupwiegend uit zee het strand op komt lopen, de een nog mooier en sexier dan de ander. Het is hier net een catwalk of live verkiezing van Miss Tel Aviv. De enkele Palestijnse die hier nog in vol ornaat met hoofddoek en boerka rondloopt is net zo vreemd als in je blote kont door de kalverstraat rennen. 

We hebben nog steeds geen uitsluitsel of we de Gazastrook binnen kunnen. De kans wordt gevoelsmatiger steeds kleiner. En er komen andere plannen op ons pad. Ingrid kan morgen naar een bijeenkomst van The Pocketproject, een organisatie waarbij ze betrokken is en die traumahealing doen voor oa. Palestijnen en Israeliers. Dat project én de vraag van de Palestijnse Journalisten Bond in Gaza voor traumahealing was de aanleiding voor onze reis naar Gaza. Zij zijn vooral getraumatiseerd door de laatste bombardementen op Gaza, waarbij zo’n 1300 mensen omkwamen. Ze hebben fysieke klachten en problemen in hun huwelijk, met kinderen etc. Ik kan me hun situatie voorstellen, omdat ik er zelf ook nog steeds last van heb. Ik was er echter een week na afloop van de bombardementen en heb alle verhalen aangehoord, laat staan hoe het is als je er middenin hebt gezeten…

Ik heb inmiddels vernomen dat vrouwen uit Jericho en Women Wage Peace morgen aan de Dode Zee bijeenkomen voor een klein vooroverleg. Interessant. Dan kan ik de organisatoren van WWP ontmoeten, en met de vrouwen van Jericho bespreken of we ook iets in Jericho kunnen doen volgend jaar. 


Deel 4. 

Vannacht slecht geslapen op een slaapzaal met acht jongeren. Ik vind het niet erg om met anderen een kamer te delen, maar vannacht werd de airco aangezet en daar kan ik slecht tegen. Ik krijg dan iets wat lijkt op koorts: warm en koud tegelijk. Nu zit ik op het balkon op mijn Ipad te typen en kijk uit over de Oase van Jericho, die me inmiddels zo bekend en vertrouwd is geworden. Ik begin maar met het schrijven over enkele details omdat de grote lijnen van wat hier gebeurd bijna niet te vatten zijn. 

Gisteren begon met een conflict over de taxiprijs. Na enig gehassle toch nog het astronomische bedrag van bijna €200 betaald om van Jaffa naar De Dode Zee te komen, maar afijn. We ontmoeten een kleine delegatie van de vrouwen van Women Wage Peace bij Qumran, de plek van de Essenen. Precies op de plaats – op de rots af – waar afgelopen mei een van de deelneemsters aan de Healing Conferentie door een dodelijke woestijnadder werd gebeten. Ik schoot destijds direct in mijn redderssyndroom -met goede afloop: de vrouw mocht na vijf dagen uit het ziekenhuis en is geheel hersteld – maar nu pas kom ik toe aan mijn eigen emoties. Het was op het randje. Soms zie je de dood even recht in de ogen. Dit keer in de vorm van een slang…

Een Israëlische vrouw vertelt over de Essenen, over de mysterieuze sekte ten tijde van Jezus en Maria Magdalena, en over de geheime en bijzondere kennis die ze doorkregen en in de woestijn begraven hebben, zodat het 2000 jaar later weer boven water komt, in dit geval boven zand. De tranen lopen over mijn wangen. Dit is de plek die me heeft geïnspireerd om hier ieder jaar naar toe te gaan, een healing conferentie te houden, mensen mee te nemen, en met mijn innerlijke oor te luisteren naar de stemmen van de Essenen. Ze hebben een boodschap die vandaag de dag voor ons bestemd is: kunnen we boven onze conflicten, ons eigenbelang, onze eigen zorgen en oordelen uitstijgen en verbinding maken met de ander, met compassie en liefde, in plaats van de strijd aan te gaan en de ander te willen vernietigen? Dit geldt niet alleen voor dit land; dit is een boodschap die wereldwijd van belang is in een tijd waarin we maar twee opties hebben: apart ten onder gaan of samen overleven. 

De Dalai Lama, die zijn zegen heeft gegeven aan de vrouwen van WWP, schreef hen: ‘Compassion is the radicalism of our time.’

Na afloop van de uitleg wordt ik door twee jonge Israëlische vrouwen meegenomen naar een grot die ik nog niet ken. We kijken uit over de Dode Zee en zien aan de overkant de berg Nebo, waarop ooit Mozes naar het Beloofde Land keek. Ik vrees dat -ie buikpijn zou krijgen als ie wist hoe het er momenteel aan toe gaat. 

Vanochtend hoorde ik het nieuwste politieke idee: er zijn onderhandelingen gaande om het Palestijnse volk uit de Westbank en Gaza te verplaatsen – lees: deporteren – naar de Sinai woestijn. Mijn maag draait er van om. Eerst het joodse volk 40 jaar in de woestijn, en dan is nu het Palestijnse volk aan de beurt? Wat een stupide idee. 

Miriam begint te vertellen over de gedachten die ze deze week kreeg tijdens de mars van Women Wage Peace. Ze vertelt het verhaal van Hagar en Sarah: hoe Hagar de woestijn in werd gestuurd met Ismael omdat maar één zoon de voorvader kon worden van een groot volk. Dat moest namelijk de zoon van sarah worden: Isaac. 

Met die ellende zitten we nu nog steeds. Miriam vertelt dat ze beseft dat haar volk  de moslims heeft weggestuurd, en het ook aan hen is om ze weer welkom te heten. ‘Kunnen we niet eens de grootmoeder van Ismael en Isaac aanroepen, de moeder van Abraham? Wellicht had zij meer wijsheid en kunnen we daardoor weer eenheid brengen.’

We hebben er echter geen tijd meer voor, want de tocht gaat verder, dit keer naar de oever van de Dode Zee, Biankini Beach. Daar vindt een ontmoeting plaats met een groep Palestijnse vrouwen uit Jericho. Ik ben blij verrast als ik Nawal zie, de vrouw die in het centrum van Jericho een hotel runde dat een groep nederlanders 13 jaar geleden heeft gerenoveerd, na afloop van de eerste healing conferentie. Het weerzien is allerhartelijkst. Ze vertelt over haar moeilijke leven : hoe haar man vroeger aan de drank was, ze zeven kinderen op moest voeden, en hoe ze inmiddels vergevorderd botkanker heeft. Het hotel, dat nog steeds een halve ruïne is, is gesloten. Geen vrolijk verhaal. Maar wat een kracht straalt deze vrouw uit. We spreken af dat we er morgen op bezoek gaan. 

Lilli Weinberger, een van de voortrekkers van WWP, vertelt over hun initiatief. De vrouwen willen geen oplossingen aandragen, maar alleen de politici dwingen om aan de onderhandelingstafel te gaan. De kracht van de vrouw. 

Het wordt een heerlijke, bewogen avond, met muziek, dans, ontmoetingen en eten, en op de achtergrond de stille spiegel van de Dode Zee waar de avondzon haar laatste stralen op schijnt. Hier gebeurt iets historisch, en iedereen die er die avond is is zich ervan bewust.. Nog een week te gaan tot het vredeskamp op 8 oktober.


 deel 5

EXPECT THE UNEXPECTED

‘If you want to make God laugh, tell him your plans.’ Dat lijkt het motto van vanochtend. Ik krijg een telefoontje vanuit Jeruzalem dat onze toestemming om Gaza binnen te gaan toch is gelukt, echter niet op de data die we aangevraagd hebben ,maar op 8 en 9 oktober! Ik hang verbluft op. Ik ben helemaal naar hier gekomen om op 8 oktober bij de grote WOMEN WAGE PEACE bijeenkomst te zijn in de buurt van Jericho, en nu is er de kans om Gaza binnen te gaan. Ik moet het even verwerken. Wat is mijn keus? 

Ik overweeg alle voors en tegens. Jericho is leuk, feest. Bovendien is er een kleine groep vrouwen uit Nederland die ik hier heb uitgenodigd om mee te gaan. In Gaza hebben we niet eens een programma, en weten we niet wat ons te wachten staat. We kunnen de ene dag erin en de volgende dag eruit. Niet eens tijd voor een echte workshop. Op 8 oktober is er ivm de vrouwenbijeenkomst een wereldmeditatie uitgezet. Kortom, de bijeenkomst hier bij Jericho is duizend keer leuker dan vrijwillig een gevangenis in gaan waar anderhalf miljoen mensen op een kluitje wonen.

Mijn keus is gauw gemaakt. Maar ik ben niet zeker of dat ook de ‘bedoeling’ is….

Ik sla een tekstje open uit het boekje ‘Jezus spreekt’ dat ik al vele jaren gebruik ter inspiratie…Het handelt over ‘het geheime pad’ dat je soms moet bewandelen. “Veel van wat jullie in het leven moeten aanvaarden moet niet worden aanvaard, omdat het voor jullie zo nodig is, maar het moet worden aanvaard zoals Ik dat deed, bijvoorbeeld om te delen in het lijden en de moeiten van de mensheid. ‘Delen in het lijden’ betekent in dit geval ‘redden’. Jullie zijn geroepen om op een zeer bijzondere manier te redden en te delen in het lijden. Als de weg van smarten met Mij, de man van smarten, wordt bewandeld, dan is dit een pad dat veilig en heimelijk wordt bewaard voor hen die alles schade achten, opdat ze Mij zouden mogen winnen.’

Ik leg het boekje neer en er wellen tranen in me op. De route naar Gaza, de toegang tot checkpoint Erez, de wandeling door het niemandsland om bij Gazastad te komen : er is niets dat meer lijkt op een heimelijk pad dan dat. En het zou betekenen dat wij de ‘wereldmeditatie’ vanuit Gaza mee kunnen doen met de mensen daar, zodat uiteindelijk iedereen in Israel/palestina met elkaar verbonden is. Precies op 8 oktober! Ik zie opeens het geniale plan achter dit alles, de bizarre ironie, de test voor mijn ziel…Vreemd hoe in dit land alles altijd tot Bijbelse proporties wordt vergroot.

Ik ga naar Ingrid en vertel haar het nieuws. Ook zij heeft haar keuze gemaakt. Beiden moeten we huilen. Ons lot is bezegeld…

In de middag gaan we op de fiets naar het centrum van Jericho. Het ziet er komisch uit: wij tweeen op een soort mountainbikes. Onderweg zie ik het bordje: SEEDS OF HOPE. Dat is waar het om gaat, achter alle verhalen van pijn, politieke onwil, mentaal gekrakreel, twijfels en haat. Dat laatste is hier namelijk in overvloed. Het gaat er om een ander verhaal te creëeren: CHANGE THE WORD, CHANGE THE WORLD. We hebben het erover om een persbericht te schrijven, en daarmee een ander geluid uit het Midden Oosten te laten horen. Niet altijd de berichten van ellende waar de pers zo dol op is, maar een van verzoening, verbinding en compassie. ‘Compassion is the radicalism of our time,’ schreef de Dalai Lama die zijn zegen heeft gegeven aan de vrouwen vredesbijeenkomst van Women Wage Peace.

Onderweg op de fiets zie ik enkele bekenden. Bij de ijsco winkel van restaurant Limone krijgen we een ijsje aangeboden door een oude bekende, een van de obers van het Jericho Village resort. ‘Je voelt je hier echt thuis, he?, zegt Ingrid. Ik denk terug aan een moment in mijn jeugd, toen ik als klein jongetje op mijn skelter door Ootmarsum reed, en dan altijd een ijsje kreeg bij de molen. Op een dag wilde ik naar de grote speeltuin rijden die enkele kilometers verderop lag, maar midden in het bos verdwaalde ik. Een boer bracht mij naar huis. Het was echter het begin van een ontdekkingstocht die de rest van mijn hele leven niet meer zou stoppen. De wereld is de speeltuin.. 

Gisteren kwam Jamal op bezoek. ‘I was worried about you!’ Zegt-ie als ie binnenkomt. ‘I didn’t hear from you.’ Jamal is de lokale taxichauffeur, maar in de vijftien jaar dat ik hier kom is-ie mijn beste vriend geworden. We hebben het over alles, van vrouwen en verliefdheid, tot de oorlog, kinderen, Israel, toekomstdromen, ouder worden etc. Hij is inmiddels gescheiden, heeft twee kinderen die al bijna volwassen zijn, en vertelt me dat-ie contact heeft met een jonge vrouw uit Ramallah.

Ik vertel hem over Women Wage Peace en mijn idee om volgend jaar iets ín Jericho te doen in plaats van erbuiten. Dat betekent dat we Israëlische vrouwen op Palestijns grondgebied uitnodigen. Ik zie een grote lunch voor me onder palmbomen. En dat dan de honderden gele taxi’s van Jericho in colonne de Israëlische vrouwen ophalen: De (palestijnse) mannen begeleiden de (Israëlische) vrouwen. 

‘Great idea!’ roept Jamal uit. 

‘But don’t you think it will create problems?’ vraag ik zorgelijk. ‘Shouldn’t we have permission of the Palestinian people from Jericho?’

‘No, why not, it’s business,’ antwoordt hij laconiek, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. ‘But you dó need permission from the maior. If he approves, everything is ok.’

Hij begint te bellen en ik hoor hem druk praten in het arabisch. Als hij neerlegt, vertelt hij dat we over twee dagen verwacht worden bij de burgemeester van Jericho.

In de middag bezoeken Ingrid en ik twee Bedouinen families die hier in een vluchtelingenkamp wonen. Dat zijn de woonwijken buiten Jericho waar Palestijnen op de vlucht terecht zijn gekomen tijdens de oorlog zestig jaar geleden. Wat ooit een tentenkamp was is nu een buitenwijk met huizen, straten etc. maar officieel is het nog steeds een vluchtelingenkamp. 

Een indrukwekkende dame in het zwart heet ons welkom in haar huis. Ze loopt wat moeilijk en vertelt over haar armzalige bestaan: haar man die twee jaar geleden gestorven is, haar zeven zoons die haar verlaten hebben, kapot lekkend dak, geen gordijnen voor de ramen en geen stoel of bank te vinden. ‘Ik zie zelfs geen fotootje of plastic bloemetje,’ zegt Ingrid die alle kamers inspecteert. Buiten zie ik echter een gloednieuw taxibusje staan.

Als Ingrid een trap op wil lopen waarschuwt de dame dat de treden gevaarlijk zijn. Als ik echter naar boven kijk zie ik de ingang van een bovenverdieping die er stukken beter uitziet. Mijn vermoeden wordt bevestigd. ‘Die bloemetjes en foto’s stonden inderdaad niet beneden,’ vertel ik Ingrid op de terugweg, ‘maar boven in het huis waar ze woont.’

Jamal had me van te voren gewaarschuwd toen we uitstapten: ‘They are very rich, Ton. Don’t get trapped in it,’ fluisterde hij me toe. 

Het bezoek aan de tweede Bedoeinenfamilie is echter veel fijner. Daar treffen we een jonge man aan, Youssef, die keihard werkt om zijn hele familie te onderhouden en inderdaad niet veel heeft. De kamer waar hij en zijn gezin woont ziet er belabberd uit, maar ik ben nog steeds voorzichtig. Bovendien, denk ik er achteraan, ik heb zelf niets om weg te geven, dus waar hebben we het over…

We krijgen thee en spreken met zijn moeder en tante. In het huis zie ik enkele jonge vrouwen. Youssef spaart om een huis te bouwen voor zijn gezin. Het liefst zou ik samen met hem de handen uit de mouwen steken en aan de slag gaan. Maar ik besef dat dat niet mijn werk is. Ik heb iets anders te doen hier. We nemen hartelijk afscheid en ik ben blij dat we hen ontmoet hebben. ‘Kunnen we die vrouwen niet uitnodigen bij de lunch volgend jaar?’, vraag ik Ingrid. 


 deel 6

DOWN THE RABBITHOLE

Alles begon met een wit konijn. Ik had een plaatje van een wit konijn gebruikt om mijn nieuwe website aan te kondigen. ‘Follow the white rabbit’ had ik erbij geschreven en degene die mijn nieuwe site had gemaakt, had ergens een wit konijn verstopt. Leuk kdee, werkte goed. Maar zoals dat gaat met ideeen en gedachten die je uitzet, die komen ook weer naar je terug. Wie schetste mijn verbazing toen ik bij de Dode Zee, waar de eerste ontmoeting was met de vrouwen van Women Wage Peace, een levensgroot beeld stond van het witte konijn uit Alice in Wonderland, evenals een beeld van Alice herself. Grappig, dacht ik nog. Op de diepste plaats op aarde kom ik het konijn weer tegen. Alsof ikzelf in het gat getuimeld ben.

Twee nachten later, de nacht voor volle maan, werd het minder grappig. Dandere vrouwen van de groep waren inmiddels gearriveerd, maar ik begon me steeds meer zorgen te maken. over de veiligheid, over de moeilijke en uitzichtloze situatie hier in het land; over deelnemers aan de groep; over geld en de kosten van alles, (mijn favoriete probleem), over de arabische en hebreeuwse vertalingen van mijn boek die nog steeds niet rond zijn, over een hotel in Egypte  voor ren volgende reis waar een probleem ontstond met de extra nachten, kortom over alles. De spanning in mijn lijf was niet verdragen en ‘s nachts knapte er iets. Ik kwam in een draaikolk terecht van alle zorgen, angsten en problemen, en ik voelde me wegzinken in een diep, zwart gat. Alles draaide in mijn hoofd, en opeens zag ik daar beelden van Alice in wonderland, het konijn en de koningin die hoofden afhakt in voorbij komen. Ik dacht aan een advies dat mijn moeder me ooit had gegeven: Als je je in een draaikolk bevind, stribbel dan niet tegen, maar laat je meevoerwn naar beneden. Daar vind je de mogelijkheid om eruit te stappen en de stroom naar boven te volgen. Ik gaf me die nacht over aan een tornado van duisternis de diepte in. Helemaal beneden aangekomen belandde ik in een grote ruimte van licht. Ik zat daar alleen en voor me zag ik naast de ruimte van licht eenzelfde ruimte van duisternis. Daarna werd het rustig en uiteindelijk viel ik in slaap.

De volgende ochtend vertelde ik het beeld aan de anderen van de groep. ‘Ik weet niet wat het betekent,’ zei ik, maar ik heb het gevoel dat ik niet veel moet doen, alleen in die ruimte van licht blijven zitten en kijken naar de donkerte.’

Het was erg fijn dat de anderen er waren die mee het proces kunnen ‘dragen’, en ik kon al iets van mijn zorgen loslaten. Daar kwamen er echter de volgende ochtend direct een paar bij. Jamal belde mij vroeg uit bed. ‘Ton, i have to talk to you. It’s urgent.’ 

Twintig minuten later zat ik bij hem in de taxi. Hij liet me de palestijnse krant zien, waar op de voorpagina een artikeltje stond waarin werd opgeroepen om Women Wage Peace te boycotten. Hij vertelde over een groep Palestijnen die ieder vredesinitiatief willen tegenhouden. Ze noemen zich de anti-normalisation’ groep en konen soms naar vredesinitiatieven om vooral met deelnemende Palestijnen op de vuist te gaan. Hij legde me uit waarom: ze zijn bang dat als Israel of het Westen met vrede aan komt dragen, dat alles blijft zoals het is en zij aan het korste eind trekken. Dan is hun land afgenomen, hun dorpen en huizen geannexeerd,  women ze nog steeds in vluchtelingenkampen, weggestopt achter muren en checkpoints. Als ze dan ook nog hun mond houden en toegeven, hebben ze alles verloren.

Ik zweeg. ‘Kortom,’ zei Jamal, ‘vrede is een besmet woord. Dat is wat Israel wil, maar de Palestijnen willen gerechtigheid.’

Ik begreep het volkomen. Dat is een van de dingen waarover ik me de voorbije dagen ook steeds meer zorgen maakte. En dat werd nu opeens een pijnlijke realiteit. Ondanks het mooie beeld op facebook en social media is Women Wage Peace vooral een israelisch initiatief met israelsiche vrouwen. Je kunt wel leuk dansen, en vrede roepen, maar zonder recht te doen aan de bizarre ongelijkheid en onrechtvaardigheid hier, sta je volledig in je hemd. Het vergt daadwerkelijke stappen, en bereidheid om offers te brengen, en zoals ik het momenteel inschat is dat in nog geen honderd jaar  het geval. Ik dacht na wat dit betekende voor komende zondag. Het leek me niet fijn als er knokploegen komen die de tent van Sarah en Hagar komen afbreken. En de deelname van Palestijnse vrouwen konden we door de boycot ook wel vergeten…. Weg mooi initiatief.

Ik leg het probleem voor aan de groep, en we bespreken diverse opties. ‘Wat is onze bijdrage? Wat kunnen we wel of niet doen? Wat is er nodig? En wat zéker niet?’

Met oplossingen komen – de westerse ik-weet-het-beter- houding – lijkt ons niet gepast. De confrontatie aangaan al helemaal niet. Het beste wat wij kunnen doen is een veld neerzetten waarin iedereen ‘gedragen’ wordt, een neutrale houding van compassie voor alles en iedereen, inclusief onszelf, zodat het probleem, dat te groot is voor beide partijen, ‘contained’ kan worden. 

Drie van de groep gaan naar Jaffa, waar een bijeenkomst is van WWP, drie anderen, waaronder ikzelf,  besluiten thuis te blijven. We gaan de Mountain of Temptation op, de berg die achter ons hostel ligt. Op de een of andere manier voel ik dat daar voor mij de oplossing ligt…


Deel 7.

“Zolang iedereen nog iedere nacht door soldaten van hun bed kan worden gelicht, en we geen normaal leven kunnen leiden is er nog geen mogelijkheid tot vrede,” zegt de burgemeester van Jericho. Het is een statige man met een groot hart en hij kegt ins de situatie uit vanachter zijn grote bireau. “Persoonlijk vind ik dat we aks 2 broedervolken naast elkaar moeten kunnen leven, ook al heb ik zelf 19 jaar in de gevangenis gezeten van Israël. Er liggen diepe wonden en de bevolking is zeer gedeprimeerd doordat Israël steeds meer van ons afpakt. Ze zien als ons “garbage”. Zowel ingrid als ik hebben bewondering voor de man die moet balanceren tussen zijn officiële positie en zijn persoonlijke gevoelens. Na afloopp van het gesprek gaan we met hem op de foto. De burgervader verzekert ons:” you’ll be safe tomorrow, don’t worry, you’re always welcome here, jericho is your home.” 

We nemen afscheid en eten een broodje falafel bij de buren naast het gemeentehuis. We weten nog niet de implicatie van dit gesprek, maar het ws een fijne ontmoeting. 

Het konijnenhol is nog veel dieper dan ik eerst dacht. Het is volle maan in ram en volgens mijn horoscoop staat mijn maan in ram. Jamal heeft mij de naam gegeven van de man die de anti-normalisatiebeweging leidt. Ik zoek hem op op facebook en stuur hem een bericht via messenger dat ik zijn standpunt begrijp, maar dat ik eveneens bewondering heb voor de moed van de vrouwen van wwp. ‘s Nachts word ik echter badend in het zweet wakker, stel nou dat de man op facebook kijkt en ziet waar ik verblijf en alle berichten over wwp leest. Ik krijg het spaans benauwd. Ik denk terug aan het bezoek aan de Mountain of Temptation. Jezus zat daar 40 dagen en nachten en werd bezocht door de duivel die hem verleidde op allerlei manieren. Deze nacht lijkt het alsof ik mijn eigen demonen tegenkom. Opnieuw zit ik in de grote witte kamer en kijk naar de duistere kamer voor me. Langzaam begin ik te begrijpen wat ik zie. Ik kijk naar mijn eigen schaduw. Diepe angst die voortkomt uit de twijfel of ik hier wel mag zijn, bestaansangst. Mijn lichaam trilt en beeft. Dan besef ik mij dat iedereen hier kast heeft van bestaansangst: de joden die bijna zijn uitgemoord tijdens de holocaust en de Palestijnen die als volk met de rug tegen de muur staan. Letterlijk en figuurlijk. Hier op de bodem van mijn eigen angsten kom ik het basale patroon tegen van het collectieve veld, ik adem erdoor heen en voel dat het verhaal nog niet af is. Dit was de eerste demon. De tweede demon bestaat uit schuld. Hoe heb ik zo dom kunnen zijn om de man van de anti-normalisatie beweging te schrijven en daarmee onze hele groep in gevaar te brengen. Gelukkig heb ik alles weer kunnen wissen zonder dat de man het bericht heeft kunnen lezen. De derde demon van de nacht bestaat uit straf: het bestraffen van mezelf dat zich uit in subtiele vormen van zelfdestructie. Het is geen vrolijke nacht, maar als ik eenmaal door het hele proces heen ben is de duistere kamer opgelost en val ik in slaap. De verleiding van de duivel is geweken. De volgende ochtend kan ik mijn proces delen met de groep. Het is de laatste dag in Jericho. Morgenochtend vroeg vertrek ik samen met Ingrid naar Gaza. De rest van de groep begeeft zich naar de dode zee vallei om deel te nemen aan wwp.


 deel 8

Dat Women Wage Peace bijeenkomt in de woestijn tussen Jericho en de Dode Zee heeft een praktische reden, omdat daar het enige gebied is (zone C) waar zowel Israelsiche als Palestijnse burgers elkaar kunnen ontmoeten. Maar er een historische reden die nog veel sterker is. Toen de Joden ooit terugkeerden uit Egypte onder aanvoering van Mozes, kwamen ze hier de rivier de Jordaan over om terug te keren naar het Beloofde Land. Daar woonden echter destijds ook al de Palestijnen, onder andere in Jericho. Het Joodse volk trok zeven keer om Jericho heen, schalden de hoorns en de muren storten ineen. Jericho werd veroverd en daarmee begon de strijd om de rest van het land. Een strijd die tot op heden voortduurt. Twee volken die allebei hetzelfde land claimen. Het volk van de zonen en dochters van Hagar, en het volk van de zonen en dochters van Sarah. Twee volken van twee moeders en van één vader: Abraham. De oplossing van het conflict lijkt daarom voor de hand te liggen, maar bijna onmogelijk te realiseren. Geen tweestatenoplossing, omdat iedereen inmiddels al overal woont: israeli’s in settlements op de Westbank, en israelische arabieren c.q. palestijnen die in israel wonen. Daar tussendoor een wirwar aan wegen, muren en checkpoints, maar in concreto zijn de twee gebieden niet meer uit elkaar te halen. De oplossing is One Holy Land. Holy komt van het woord Whole, heelheid, en om daar een muur tussen te bouwen creeert hetzelfde probleem als destijds de muur in Berlijn, de apartheid in Zuid Afrika, of de scheiding tussen noord en zuid korea. Dualiteit en afscheiding creeert conflict. 

Nu heeft iedereen wel een oplossing hier, en dat is direct vaak het probleem. De oplossing van de een is niet de oplossing van de ander. Women Wage peace heeft daarom besloten geen oplossingen aan te dragen, maar alleen de leiders van beide volken te bevelen om opnieuw aan de tafel te gaan zitten tot er een gedegen oplossing is. Nog steeds een mission impossible, als ik de verschillende kanten aanhoor. Het voordeel van buitenstaander is dat je alle kanten van het verhaal kunt aanhoren, zonder dat je er perse een positie in hoeft te nemen. Dat gebeurt echter razendsnel, want voor je het weet behoor je tot een van de twee kampen, naar gelang je voorkeur voor Palestijnen of Israeli’s. De vraag is: is het mogelijk een derde standpunt in te nemen, en dat is: geen standpunt, maar het proces dragen van beide groepen; beide partijen omarmen en zoeken naar compassie, verbinding, en eerlijke communicatie? In dit land vergt dat veel moeite, omdat iedereen de dualiteit in zichzelf kent en die vervolgens projecteert op de wereld om hem heen.

Terwijl ik met Ingrid naar Gaza ga – het ‘Geheime pad’ – komen de eerste berichtjes van de andere groepsleden binnen. ‘We zijn bij de tent van Sarah en Hagar,’ ‘Het is historisch, er zijn 5000 vrouwen.’ ‘Er zijn ook veel Palestijnse vrouwen, ondanks de boycot van de anti-normalisatie beweging.’ En later: ‘het is op het NOS nieuws, en haalt alle nieuwszenders in de hele wereld.’ Als de mars zich later op de dag verplaatst naar Jeruzalem horen we dat de groep is aangezwollen tot 30.000 vrouwen. Het begint me onderhand te duizelen. 

Ondertussen zijn wij gearriveerd bij Erez, de toegangspoort tot de Gazastrook. Een enorme terminal staat midden in het land. De vorige keer liep ik hier in mijn eentje naar binnen, terwijl de tanks naar buiten reden. Het was een week na de bombardementen in 2014, waarbij zo’n 2000 mensen omkwamen, vooral vrouwen en kinderen. Het was de aanleiding voor de Israelische vrouwen om Women Wage Peace op te richten. Dit nooit meer. 

Als Ingrid en ik door de lange gang wandelen, die achter de muur ligt, lijkt het kalm en vredig in Gaza. Alles ziet er stukken beter uit. Het land is groen, de oorlogsstress is geweken en later zien we dat er in de stad overal gebouwd wordt. Maar schijn bedriegt. Van onze gastheer, doctor Ahmed, horen we dat het grondwater verzilt is, waardoor alle sinaasappelbomen verdwenen zijn, dat niemand meer in zee zwemt door de grondige vervuiling, dat er ziektes en epidemieën rondwaren, dat Gaza geen electriciteit meer heeft, dat de werkloosheid 65% is, dat de helft van de bevolking onder de 16 jaar is, en dat iedereen collectief getraumatiseerd en depressief is. De oorlog heeft de bewoners van Gaza verslagen.. Of toch niet? 

Als we de volgende dag een repetitie zien van een voorstelling van de acteurs van Theatre Day Productions, de groep waar ik zeven jaar jaarlijks mee gewerkt heb, zijn Ingrid en ik allebei verbijsterd en diep ontroerd: wat een kracht, wat een perfectie en professionaliteit, wat een schoonheid en liefde. Met tranen in de ogen kijken we naar de voorstelling die De Storm heet, over het leven van een gezin in Gaza dat iedere dag weer overleeft. Het is verbluffend, en stiekem ben ik een beetje trots. Ik heb met de meeste van hen gewerkt, en ik denk terug aan de drie oorlogen die ze doorstaan hebben, met alle verhalen en trauma’s van dien. Deze jonge mensen hebben hun pijn omgezet in kracht en creativiteit. Er wordt geleefd! 

Als we de eerste workshop voor de 35 journalisten geven zien we een heel ander beeld: chaos, een concentratiespanne van nog geen twee minuten, een enorme honger naar begeleiding, duizend vragen, en daarachter ogen die vertellen over dingen die geen mens gezien wil hebben. Ingrid en ik gaan voortvarend aan het werk, ook al is de electricitiet uitgevallen – dus geen muziek – komt door de ramen het eindeloze getoeter van de straat naar binnen, loopt iedereen in en uit, wil iedereen liever selfies nemen dan zijn ogen sluiten om met zijn aandacht naar binnen te gaan, en moeten we het ABC uitleggen van innerlijk werk. Maar op dat moment zie ik het vakmanschap van Ingrid, die de groep meeneemt, dan weer bijstuurt of begrensd, en uitlegt waar het om gaat: het kalmeren van het zenuwsysteem zodat diepere emoties doorvoelt en verwerkt kunnen worden. Fight, Flight, Freeze of Engage. Het gaat ons om het laatste. Als we een paar demonstraties geven is het ijs gebroken. Er wordt gelachen, de vragen komen los, verhalen worden gedeeld. Doctor Ahmed vertaalt, want er spreekt bijna niemand engels. Als we ze na afloop uitnodigen voor een drankje in het hotel vreten ze ons bijna op: when do you come back? We need more training. We love you. where do you live? Can you tell others that we are not bad people? 

We vertellen ze op onze beurt over Women Wage Peace, maar als ze dat horen worden ze stil. ‘This is dangerous for us. If we talk about it we can be arrested by Hamas. ‘ Tot zover de vrije meningsuiting voor journalisten. 

De rol van Hamas is echter drastisch aan het veranderen: ze hebben geen geld meer, zijn de goodwill van het volk kwijt en hebben besloten om te onderhandelen met Fatah, onder begeleiding van Egypte. Ze willen weer streven naar één enkele Palestijnse regering. Blijkbaar zit er overal beweging in het veld. 

Als we twee dagen later de Gazastrook weer verlaten zijn we beiden aangeslagen, onder de indruk en vol emoties. Kunnen we iets doen voor deze mensen? Hoe vinden we sponsors ? Of moeten ze dat zelf doen? Ben ik zelf bereid weer dit intensieve proces in te gaan? Ingrid heeft al een opleiding die ze leidt, School of Life. Is er ruimte voor dit nieuwe traject? Ons hoofd wikt en weegt, ons hart weet al lang het antwoord. 

Voordat we door de muur en de terminal terugreizen bezoeken we nog een plek die zwaar gebombardeerd is: een flat van 15 verdiepingen is door diverse bommen tot de grond toe ingestort. Straatwerkers zijn echter een nieuwe weg aan het aanleggen, en het huis dat onder de flat bedolven werd is opnieuw opgebouwd. Op de voorgevel staat het symbool van de levensbloem – the flower of life – symbool van hoop, nieuw leven en creatie. Vanuit de as en puinhopen van het oude verrijst het nieuwe… 

EINDE