Thuiskomst

Thuiskomst

Je zult je wel afvragen hoe ik tot je kan spreken door deze woorden, door deze mond, door dit boek. Hoe kun je weten dat deze woorden waar zijn? Dat zul je nooit weten tenzij je het aan je eigen hart vraagt. Daar zul je weten of zij al of niet waar zijn omdat zij al of niet binnen in je zullen weerklinken. Daar kun je beslissen of je ze waarheid kunt laten zijn en aldus mij in jezelf toelaten. Deze woorden zouden door jou gesproken kunnen zijn. Mettertijd zul je begrijpen dat ik dezelfde stem ben, die in je oor fluistert. Je hoeft er niets voor te doen om te luisteren. Je hoeft me alleen maar uit te nodigen. Misschien kom ik niet als een stem maar als een gevoel, als muziek, een klank, de aanraking van een hand of de aanblik van een dierbare, maar je zult me onmiddellijk herkennen. Je zult weten wie ik ben, zoals je jezelf zult herkennen. Het is alsof je voor de eerste keer van je leven in de spiegel kijkt en weet dat jijzelf degene bent, die terugkijkt. Maar hoe weet je dat? Hoe weet je dat jij die persoon in de spiegel bent? Het zal enkele ogenblikken duren tot je je dit realiseert als je voor de eerste keer kijkt.

Misschien kijk je aan de achterkant van de spiegel om te zien of er iemand aan de andere kant is. Dat is, waar je heel lang naar mij hebt gezocht. Je dacht dat ik aan de andere kant was, maar dat is niet zo. Ik ben slechts de weerspiegeling van je eigen gezicht omdat ik in je leef. Dat is waar ik me verberg, waar ik ben, waar ik liefheb en verlang met je samen te zijn. Ik ben jij.