AVATAR, een spiegel voor deze tijd

Als er iets is wat de films van Avatar symboliseren, dan is het wel de band die we als mensheid hebben met planeet aarde. De films spelen zich weliswaar af op Pandora, maar deze Griekse naam verwijst direct naar onze eigen planeet. Pandora was in oude tijden de naam van de godin die Moeder Aarde voorstelde. In haar kruik bracht ze alle giften en geschenken voor de mensheid. Letterlijk betekent Pandora: Alle (Pan) Geschenken (Dora). In latere, meer patriarchale tijdperken, veranderde Pandora van moedergodin naar de eerste vrouw die geschapen werd uit aarde en water, in opdracht van oppergod Zeus. Ze kreeg daarbij ook wat meer vileine trekjes: Hermes gaf haar een ziekelijke nieuwsgierigheid mee, en daarmee berokkende ze de mensheid veel ellende. De vrouw werd – in plaats van levengeefster – opeens de oorzaak van alle misstanden op aarde. Haar kruik met gaven veranderde in de beroemde doos met alle rampen: De Doos van Pandora.
Wellicht niet verrassend dat haar naam refereert aan de woorden pandemie, pandemonium en paniek. We leven in een tijd waarin de doos van Pandora geopend lijkt te zijn en alle rampspoed zich over de wereld uitstort.

In de Avatar films wordt helder uiteengezet wat de oorzaak is van alle rampen: de hebzucht, de nieuwsgierigheid en de veroveringsdrang van ‘The Sky-people’, oftewel de mens. In plaats van naar een science fiction film te kijken die zich in de toekomst afspeelt, kijken we naar een spiegel, die onze eigen geschiedenis en onvolkomenheden weergeeft.
In de eerste film, 13 jaar geleden, zien we hoe de mens de planeet Pandora koloniseert om er het kostbare element Unobtanium te delven. Dat gaat ten koste van de leefwereld van de Na’vi. De ‘Hometree’, woonplaats van de inheemse Na’vi wordt zonder pardon met raketten, brandbommen en bulldozers tegen de grond gewerkt. Het is een van de meest intense scenes van de film die vele kijkers raakte. Maar eigenlijk zaten we in de bioscoop te kijken naar de ontbossing van de Amazone en zoveel andere bossen en oerwouden die het slachtoffer worden van onze ongebreidelde zucht naar winst. In Brazilië wilde de vorige president Bolsonaro de hele Amazone ontginnen, de inheemse Indianen met geweld verwijderen en het land beschikbaar maken voor palmolie, vlees industrie, en andere grootschalige projecten. Hetzelfde gebeurt met oerwouden in Indonesië en Afrika. De habitat van inheemse diersoorten is de afgelopen decennia in sneltreinvaart verdwenen, waardoor we beland zijn in de zesde grote ‘Mass Extinction’. Inmiddels wordt meer dan een kwart van alle dier- en plantensoorten met uitsterven bedreigd.

De laatste massa-extinctie, die zo’n 66 miljoen jaar geleden het einde betekende van de dinosauriërs, werd veroorzaakt door de inslag van een meteoor. Maar in onze tijd zijn wij zelf de oorzaak van het uitsterven van diersoorten. De Avatar serie lijkt ons daar op niet mis te verstane manier aan te willen herinneren. Fictie en realiteit lijken echter nog ver van elkaar verwijderd. Hele volksstammen ontkennen simpelweg de schadelijke invloed die we als mens op de natuur en het klimaat hebben. Sommigen, zoals oliebedrijven en andere multinationals, doen dat vanuit commerciële belangen, om maar zo lang mogelijk door te kunnen gaan met het plunderen van de grondstoffen van de aarde, anderen doen het vanuit spirituele motieven: ‘de aarde redt zich wel’, ‘de opwarming van het klimaat is van alle tijden,’ ‘Wellicht is dit de bedoeling’ en nog anderen gaan feestend door onder het motto: ‘Na mij de zondvloed,’ of ‘misschien is het tijd dat de mens verdwijnt.’ Kortom, we hebben als mens bij het zien van de ecologische ramp, die zich voor onze ogen voltrekt, de neiging om ons hoofd in het zand te steken.
We willen het liever niet zien, behalve in de film dan. Dan kunnen we rustig in onze bioscoopstoel blijven zitten en hoeven we geen consequenties te trekken voor ons eigen leven. Blijkbaar moet een ramp eerst gevoeld worden wil ze ons aanzetten tot concrete actie.
Toen het coronavirus voor de nodige doden zorgde, was er opeens van alles mogelijk: lockdowns, testen, stop op het luchtverkeer, etc. Maar zolang de milieuramp ons eigen bed nog niet bereikt heeft, blijven we passief voor ons uit staren. We kijken liever naar het WK in Qatar, dat zo’n 200 miljard heeft gekost, of steken voor 100 miljoen aan vuurwerk de lucht in. In onze ongebreidelde geldzucht beleggen Nederlandse particulieren het meest in een bedrijf als Shell, omdat dat het beste opbrengt. We willen wel iets doen voor het milieu, maar het moet ons niets kosten. We genieten van het goede leven als gasten op het bovenste dek van de Titanic, maar beseffen niet dat we als een kudde gnoes recht op de afgrond afrennen.
De vraag is of Avatar ons wakker schudt of juist verder doet doezelen in een comfortabele zoete slaap. Liever lachen we om een meisje als Greta Thunberg, dan om haar serieus te nemen.

In deel twee – Avatar; The way of Water – zien we een waterwereld waarin vele elementen ontleend zijn aan de cultuur van de Maori’s van Nieuw Zeeland en van de Polynesische volkeren van de Pacific. Een gebied dat door Westerse naties eveneens misbruikt is voor eigen gewin, verovering en voor kernproeven zoals op het eiland Mururoa. In de film zien we een onvervalste walvisjacht, waarbij een paar liter van het kostbare levenselixer van de walvis – een soort levertraan – 80 miljoen dollar oplevert. In plaats van de uitbuiting en destructie van de oerwouden, zoals in Avatar 1, zien we hier hoe de mens de oceanen en de vissen uitbuit. Van het levertraan van de walvis van Pandora kun je onsterfelijk worden. Het is de financieringsbron van de hele kolonisatie. In plaats van te leren van de innerlijke rijkdom en spirituele waarden van de inheemse Na’vi – the Way of the Water – vernietigen we datgene dat ons juist kan redden.

In het jaar dat Nederland excuses aanbiedt voor de slavenhandel in de geschiedenis, zou het op zijn plaats zijn om te kijken hoe we continenten als Afrika, Azië en Zuid Amerika nog steeds uitmelken om grondstoffen zoals lithium voor onze smartphones en elektrische auto’s te kunnen gebruiken. We willen blijkbaar maar niet inzien dat onze overconsumptie en luxe een gigantische schaduw afwerpt aan de andere kant van de wereld. Of zoals de Na’vi zeggen: Alles is met alles verbonden. Ons gebruik van plastic, olie, palmolie, beton, metaal, vlees, cosmetica etc. heeft een onuitwisbare invloed op de aarde. We zijn de balans kwijt. De band met Moeder Aarde.

Nu is dat niet nieuw; we doen dat al eeuwen. Wat wel nieuw is, is dat we voor het eerst aankijken tegen onze eigen houdbaarheidsdatum op deze planeet. Als we in het huidige tempo doorgaan, staat onze eigen overlevering op het spel.

Naast de ongebreidelde economische hebzucht komen we in Avatar ook paralellen tegen met de oorlogsindustrie van vandaag de dag. Kolonel Miles Quaritch, de ‘bad guy’ in de film, lijkt verdacht veel op iemand als generaal Jevgeni Prigozjin, hoofd van de Wagnergroup, het Russische huurlingenleger. Toen een paar honderd jonge Russische soldaten op oudejaarsnacht omkwamen bij een aanslag, reageerde hij met een laconiek ‘Tot ziens, jongens. Gelukkig nieuwjaar!’
Of: “Het feit dat je geen armen of benen hebt of blind bent geworden betekent niet dat je naar huis kan. Je kunt werken bij de mijnenopruiming. Als een mijn dan ontploft en je metalen been eraf vliegt, dan lassen wij er wel weer een nieuwe aan.’ Een dergelijke tekst zou rechtstreeks afkomstig kunnen zijn van kolonel Quaritch uit Avatar die zijn jonge rekruten toespreekt. Realiteit en fictie lopen naadloos in elkaar over, maar op de een of andere manier kunnen we de conclusies uit de film moeilijk verbinden met de wereld om ons heen.

We kunnen in deze tijd gemakkelijk met de vinger naar Rusland wijzen, maar er wijzen ook drie vingers terug. De oorlogsindustrie heeft sinds de inval in Oekraïne een onwaarschijnlijke vlucht genomen. Duitsland, Nederland, Japan, de VS, China en zoveel anderen zijn door de toegenomen spanningen op het wereldtoneel opnieuw in een wapenwedloop belandt, waarbij miljarden worden uitgegeven. The sky is the limit. Miljarden die nodig zijn voor het herstel van de aarde, of het terugdringen van armoede, worden opeens besteed aan het tegenovergestelde: geweld en vernietiging.
Het oude patriarchale systeem – all male leaders, boys play with toys – stevent recht af op onze ondergang, in plaats van haar te redden. De mannelijke energie die oorspronkelijk bedoeld is om het kwetsbare en kostbare in de wereld te beschermen, is doorgeslagen tot een machine van zelfdestructie en geweld aan de ene kant, en controle en totalitarisme aan de andere kant.

Avatar houdt ons twee scenario’s voor. De ene is een technologische wereld, waarin alles bepaald wordt door wetenschap, techniek, en digitale hoogstandjes. Een verslavende wereld van gemak, comfort en welzijn. De andere is een wereld waarin spirituele waarden, natuur en ecologie weer een centrale rol innemen, á la het leven van de Na’vi. Wellicht is onze toekomst een combinatie van beiden, maar dan moeten we onze koers wijzigen en onze arrogantie en hoogmoed opgeven. Momenteel staan beide leefwijzen namelijk nog lijnrecht tegenover elkaar. Denk aan de oliepijplijn bij Standing Rock, waar Indianen en activisten tevergeefs een natuurgebied probeerden te beschermen. Of aan het Gain-of-Function onderzoek van de medische wetenschap, waarbij we rommelen met de natuur en virussen gevaarlijker en besmettelijker maken. Nog steeds worden zaken als sjamanisme, natuurgeneeswijzen, spirituele methoden en andere alternatieve manieren van leven een beetje lacherig afgedaan als ‘zweverig’ of ‘onwetenschappelijk’. Het wordt tijd dat we ons elitaire mensbeeld en ons westers paradigma nauwkeurig onder de loep nemen en evalueren en de boodschappen ter harte nemen die een film als Avatar ons toont.

Anders stevenen we recht af op de catastrofale rampscenario’s zoals die zich waarschijnlijk zullen gaan voltrekken op Pandora in deel 3, 4 en 5 van Avatar.
Voor het enige lichtpuntje in dit doemscenario moeten we terug naar de Griekse mythe. Als alle rampen uit de Doos van Pandora ontsnapt zijn, is er één gift die achterblijft: Hoop. Wellicht is dat wat we nodig hebben in het komend jaar om ons de moed te geven om – ondanks alles – te streven naar een mooiere wereld.

Ton van der Kroon
www.tonvanderkroon.com