DE WILDEMAN EN DE KONING

Waar is de Koning? DOOR TON VAN DER KROON

22 jaar geleden, stuitte ik per toeval op het sprookje van De Wildeman, een langharige reus die op de bodem van een meertje ligt.  Het heeft me sindsdien niet meer losgelaten. Ik geef vanaf die tijd mannenworkshops, en de laatste twaalf jaar doe ik dat samen met Jan Roelofs, in de bossen van Orval, geholpen door een team van mannen.

Maar waar gaat dat verhaal nou eigenlijk over? Over wilde mannen die in de bossen op trommels slaan? Die hun eigen mannelijkheid op bavariaanse wijze weer willen veroveren? Over eigentijdse shamanen die met allerhande rituelen en zweethutten de geesten aanroepen? Mannen die met de vuist op tafel slaan en hun haar blond verven?

Het is een wonderlijk sprookje dat ver terug gaat in de Westerse geschiedenis. Het begin van het verhaal vertelt dat legioenen mannen verdwalen in het bos, en nooit meer terugkeren. Kijk, dat staat. Dat lijkt namelijk verdacht veel op de wereld van vandaag. Hoe meer de beschaving vordert, hoe meer het er op lijkt dat we voorgoed de weg zijn kwijtgeraakt.

Het eind van het verhaal gaat over de terugkeer van de koning. De wildeman, die eeuwen vervloekt op de bodem van een meertje heeft gelegen, keert weer terug in het bewustzijn van de mensen, en hij brengt vele schatten met zich mee. Wellicht voor velen herkenbaar; na je zoveelste burn-out, crisis, teleurstelling of mislukking in het leven besef je dat er iets diepers, is; een soort kern of koningsschap dat voorbij gaat aan de dagelijkse beslommeringen; voorbij woorden en emoties. Alleen door helemaal af te dalen in de poel van de ziel vinden we er iets van terug, maar het vergt lef om die weg te gaan, omdat het niet iets is dat door hypotheekadviseurs, makelaars, bedrijfsartsen, consultants of wie dan ook wordt aangeraden. Je zou wel gek zijn! Maar toch; er zijn mannen – en vrouwen – die die weg zijn opgegaan in de afgelopen decennia: lang, diep en intens navelstaren, tot je blik verruimd en je opeens beseft dat je navel het centrum van de hele kosmos is.  

Een dergelijk proces doet zich ook collectief voor: als we eindelijk beseffen dat er een einde aan de maakbaarheid is, dat nog meer rijstroken, dijken, commissies, wetten, regels, normen, waarden, noodfondsen en europese reddingsoperaties ons niet gaan redden, worden we met een enorme leegte geconfronteert: hoe gaan we hier in hemelsnaam uitkomen? De paniek slaat om het hart, ware het niet dat we hier in Nederland nog redelijk hoog en droog zitten. Metaforisch gesproken dan… Maar ook hier smeult het onder de oppervlakte, en zolang we niet te ver of te diep nadenken – na ons de zondvloed – kunnen we redelijk voor ons natje en ons droogje zorgen.

Maar zodra je je iets verder verdiept schrik je je echter wezenloos. Kom je tot de ontdekking dat er niet alleen een houdbaarheidsdatum aan onze nederlandse maakbaarheid zit, maar aan onze hele westerse beschaving. We putten de aarde uit, alsof het een citroen is die zo snel mogelijk moet worden leeggeperst. En als wij het al niet doen, dan staan er een biljard Chinezen klaar om het werk af te maken. Land wordt opgekocht, oude culturen verdwijnen, de aarde wordt leeggeroofd, diersoorten verdwijnen, de zeëen zijn bijna leeg en er komen steeds meer mensen bij… hoe gaat dat aflopen? En wat is er met dat idee van ‘Nederland, Gidsland’ gebleven? Wat is er met onze idealen gebeurd? Hoe ziet ons toekomst beeld eruit?

De laatste jaren verschenen er vele films over het einde van de wereld: Rampspoed overkomt de mensheid, door meteoorinslagen, derde wereldoorlog, einde van de Mayakalender, etc. etc. Als een grote Titanic lijkt onze wereld in rap tempo in de grote oceaan te zakken. Doe daar nog wat Arabische lente, Griekse tragedies en italiaansse drama’s bij en het gevoel voor onzekerheid en paniek is niet meer te beteugelen. Vooral als je bedenkt dat de slagader van ons financieel systeem, de beurzen, zijn gebaseerd op vertrouwen… welk vertrouwen?

Maar terug naar het sprookje van de wildeman; Wat heeft een verhaal te vertellen, dat al eeuwen oud is, volslagen uit de tijd, dat niets met de trends en tips van de moderne hedendaagse burger te maken heeft, te melden? de Terugkeer van de Koning, wat betekent dat? Moeten we juist niet af van dat hele koningschap, een oubollig instituut van mensen die vriendelijk zwaaien vanuit hun gouden koets? Of wil dit verhaal juist door de eeuwen heen ons een boodschap brengen; dat we weer op zoek moeten gaan naar de koning en de koningin in onszelf; op zoek naar het hart, of zoek naar de kern?

Als goed Amsterdammer houd ik de ontwikkelingen in de stad een beetje bij. Toen in 2002 de keitjes van de Dam vernieuwd werden, wist ik opeens: hier komt een koninklijk huwelijk aan. De kroning van Beatrix in 1980 nog in gedachten wist ik: dan moeten de keitjes stevig vast liggen. Nu, tien jaar later, is het koninklijk paleis bijna klaar van een ingrijpende renovatie. Jarenlang verbaasde ik me dat het paleis leeg staat; symbolisch voor ons land. We worden geregeerd vanuit het hoofd – Den Haag – en niet vanuit het hart. Het hart staat er verlaten bij. De koning is weg, ziek, afwezig of vergeten. De koningin is van ellende maar naast de ministers, beleidsmakers, politici en ambtenaren gaan wonen. Er wordt gepraat, gedebatteerd, gedemoniseerd, verordonneerd, maar het lijkt allemaal een soort grote Big Brother-show, waarbij het publiek mag stemmen wie er blijft en wie er gaat. Kortom; het raakt de kern niet.

De vraag die het verhaal stelt is; Waar is het hart? Jan en ik hebben de wijsheid echter niet in pacht. Maar we willen wel de vraag stellen. En het verhaal vertellen, voor wie wil luisteren. Al 22 jaar lang. Op 6 november doen we dat in een zaal van de nieuwe Kerk, waar binnenkort de kroning moet gaan plaatsvinden, met uitzicht op de Dam. Toevalligerwijs ligt recht tegenover het Koninklijk paleis het cafe van de wildeman, het oudst bewaarde pand op de hele Dam. Daartussenin staat het monument als een enorme phallus die herinnert aan onze collectieve wond; de tweede wereldoorlog. Genoeg stof tot overdenking…