TUSSEN WAAN EN WAARHEID

Of: Kunnen we nog wel naar elkaar luisteren?


Nog niet eens zo héél lang geleden – in het pre-coronatijdperk – zaten we gekluisterd aan een van de meest populaire televisieseries ooit: Game of Thrones. Door het opkomende gevaar van de ‘Whitewalkers’ moesten zeven koninkrijken zich verenigen om de strijd aan te gaan. Dat was geen sinecure, want de onderlinge verdeeldheid was groot. Maar de vijand oversteeg de individuele belangen: iedereen die werd aangeraakt- besmet – door een Whitewalker, werd zelf ook een Whitewalker. Alleen met vereende krachten konden de ijzige Whitewalkers verslagen worden. 


Game of Thrones heeft wel iets weg van onze strijd tegen het virus. Iedereen die het virus krijgt, wordt zelf een nieuwe besmettingshaard en geeft het door. Ergo: We moeten er samen uitkomen. Opeens moesten we van een over-geïndividualiseerde samenleving – waarin de eigen vrijheid, eigen waarheid en eigen individualiteit voorop staan – tezamen de ‘strijd’ aan gaan. Dat lukte in eerste instantie aardig. Niemand had immers ooit in zijn leven een pandemie meegemaakt. Experts en virologen waren onze leidsmannen. We hielden ons aan de regels.

 
Maar allengs begon de ‘gezamenlijkheid’ uit elkaar te vallen, net als in Game of Thrones. Toen in het laatste seizoen de Whitewalkers vrij gemakkelijk verslagen waren, brak alsnog de hel los tussen de machthebbers van de zeven koninkrijken. De gedoodverfde heldin en drakenvrouw Daenerys veranderde in een meedogenloze en wraakzuchtige tiran. Haar geliefde Jon Snow zag het met lede ogen aan en zag uiteindelijk geen andere uitweg dan haar te doden. De kijkers bleven ontgoocheld en gedesillusioneerd achter. Zo ook wij. De gezamenlijkheid van Nederland dreigt uiteen te vallen in diverse, elkaar bekempende groeperingen. 


Op social media verschansen mensen zich steeds meer in de eigen bubbel of groepering van gelijkgezinden, en worden steeds agressiever naar mensen die anders denken. Toen ik onlangs de bloemenverkoopster bij mij in de buurt sprak vertelde ze dat een klant helemaal door het lint ging. Het bloed liep hem door de ogen van woede. In de supermarkt maken mensen soms ruzie over het minste of geringste. Op het Museumplein komen mensen tezamen om hun onvrede en woede te uiten. Toen ik afgelopen zomer een artikel schreef waarin ik mijn zorgen uitte over de invloed van QAnon die ik in mijn eigen community zag verschijnen, kreeg ik, naast veel bijval, ook een stortvloed aan bagger over me heen. Ik schrok van de heftigheid en agressiviteit van de reacties. Er was iemand die een heel artikel aan mij wijdde om me door het slijk te halen en daar vervolgens een paar honderd likes op kreeg. We zijn blijkbaar minder verdraagzaam geworden. 


Daarbij komt; het is verschrikkelijk moeilijk waarheid van waan te onderscheiden in de veelheid van theorieën, meningen en verhalen. Is alles wat ik op Youtube en Facebook of op de mainstream media langs zie komen waar of niet? Kan ik nog op mijn eigen gezonde verstand vertrouwen? Het creëert grote onzekerheid en het verlies van een eenduidig houvast, een ‘common narrative’. Sommigen leggen zich maar neer bij het adagium ‘Ieder heeft zijn eigen waarheid.’ Op een bepaald vlak is dat zo, maar dat neemt niet weg dat we ook een collectieve gedeelde waarheid hebben: een samenleving. En in die samenleving komen de diverse waarheden en wanen steeds scherper tegenover elkaar te staan. 


Ik zie daarin twee hoofdstromen, hoewel de werkelijkheid veel genuanceerder en complexer is dan ik hier schets. Aan de ene kant is er het wetenschappelijke, traditionele paradigma van de wetenschap, de politiek en de medische wereld. Als reactie op de crisis reageert dit paradigma op een meer mannelijke manier: met orde, regels, maatregelen en no-nonsense. De experts en virologen hebben het voor het zeggen. Onze politici varen blind op de adviezen en cijfers van het OMT. Ze deden dat helder en gestructureerd en loodsten Nederland door de eerste woelige golven van de pandemie. Maar allengs kwamen er scheuren in het wetenschappelijke paradigma. In Duitsland bleken politici wetenschappers gevraagd te hebben om de cijfers iets op te krikken zodat het volk zich beter aan de regels zou houden. In een Belgisch praatprogramma werden twee mensen die twijfels hadden bij het coronavaccin bijna verboden om nog hun mond open te doen. Kortom: De wetenschappelijke ‘narrative’ werd steeds dominanter en dwingender, met als gevolg dat ‘andersdenkenden’ vaak werden weggezet als wappies, gekkies of complotdenkers. Zelfs gerenommeerde economen, artsen en psychologen die in Nederland met een alternatief plan kwamen – herstel.nl – werden publiekelijk  met pek en veren besmeurd. Het wetenschappelijke paradigma werd meer en meer de enig geldende en toegestane waarheid. 


In de onderstroom van de samenleving begon het allengs te smeulen. Er ontstond een heel circuit van mensen die grote argwaan koesterden tegen de gevolgde koers en dat op allerlei platforms ventileerden, zoals Cafe Weltschmerz, Blckbox.tv, Youtube en andere social media. Deze andersdenkenden verenigden zich in Viruswaanzin – later Viruswaarheid – maar ook in groepen als Vrouwen voor Vrijheid, van 3D naar 5D, talloze facebook- en meditatiegroepen. De leden van deze groepen hadden zich jarenlang verdiept in alternatieve gezondheidszorg, natuurlijke gezondheid en een spirituele manier van leven. Decennia lang was echter alles wat alternatief of spiritueel was nagenoeg genegeerd of belachelijk gemaakt in de mainstream media. Het zorgde ervoor dat een sluimerende frustratie omsloeg in boosheid en agressie toen we in een werkelijke crisis terecht waren gekomen. Vanuit het ‘niet gehoord’ worden gingen mensen aan de kant van het alternatieve spectrum steeds harder roepen. ‘Als we dan niet gehoord worden, dan zullen we er wel voor zorgen dat ons geluid overkomt, zo niet goedschiks, dan kwaadschiks.’ Demonstraties op het Museumplein mondden uit in rellen, gevechten en vernielingen gericht tegen de regering, de beleidsmakers, de mainstream media, en de wetenschappers. Mediteren ging opeens naadloos over in demonstreren. 


Dit meer ‘vrouwelijke’ paradigma van voelen, eigenwijsheid, innerlijke vrijheid en spiritualiteit begon steeds meer tegenwicht te bieden aan de strakke orde van de politiek. Allerlei zaken werden in twijfel genomen: Staan de maatregelen wel in verhouding tot de maatschappelijke schade? Onderschatten we niet de depressie onder jongeren, de financiële klap voor de horeca en andere bedrijven? Deugen de vaccins wel? Hoe komt het dat de vaccins zo snel klaar zijn? Hoe zit het met de miljarden winst die door de farmaceutische industrie wordt maakt? Zijn wetenschap, winst en welzijn wel met elkaar in balans? 


Het trieste gevolg ervan was dat de diverse kampen elkaar steeds minder konden horen of zien. Stereotypen en gemakzuchtige framing werd aan beide kanten gedaan. Rutte en Hugo de Jong werden afgeschilderd als megalomane machtswellustelingen die met plezier de Nederlandse bevolking opsloten. ‘Pedo Rutte, Satan Hugo’ stond er na afloop van een demonstratie in het Vondelpark op de muur geschreven. De ideologische strijd tussen twee paradigma’s leek uit te monden in een steeds venijniger cultuurclash.


Zoals de wetenschap zich onder druk van de crisis enigszins had vernauwd, zo ontstond er ook een steeds radicalere spiritualiteit. De Belgische Marie Meeusen verwoordde in een uitgebreid artikel de schaduwkanten van ‘conspirituality’ in Nederland en België. Met groeiende ongerustheid merkte ze dat deze ‘samenzweving’ – een alliantie van spiritualiteit met extreemrechts gedachtegoed – ook de grens met België overstak. Ze schreef: ‘Er zijn inmiddels talloze Nederlandse – en ook steeds meer Belgische – ‘influencers’ die zich online uitspreken tegen coronamaatregelen, daarbij onwetenschappelijke bronnen gebruiken en antidemocratisch gedachtegoed verspreiden. Sommigen van hen gebruiken opruiende taal, anderen noemen Trump een lichtwerker.’

Ook de schrijfster en Antroposofe Desanne van Brederode merkte hetzelfde fenomeen op, dit keer binnen de Antroposofie. Zo schreef ze in Trouw over vakgenoten die in Duitsland demonstraties bijwoonden: ‘Antroposofen stonden gebroederlijk naast nationalistische en extreemrechtse groeperingen. Het dragen van een mondkapje was een vreselijker vooruitzicht dan aangeraakt te worden door de wuivende banieren van openlijke ‘foute’ en agressieve groeperingen.’


Het wantrouwen groeit met de dag. Iedere groep heeft zich binnen het coronajaar steeds harder en fanatieker verschanst in zijn eigen toren van gelijk. Uit angst voor censuur hebben sommigen hun toevlucht genomen tot diverse nieuwe sociale media zoals MeWe, Telegram, Signal. We dreigen het verhaal van de toren van Babel nog eens dunnetjes over te doen. De scheur die is ontstaan in de samenleving loopt overal dwars doorheen: door groepen wetenschappers die elkaar aanvallen, artsen die diametraal tegen over elkaar staan, politici, influencers en opiniemakers die elkaar met theorieën te lijf gaan; demonstranten, spirituelen en Ajaxieden die op het Museumplein gezamenlijk weerstand bieden tegen de politiek en de politie. Niemand verstaat elkaar meer. Het scenario van Game of Thrones begint angstwekkend dichtbij te komen. Het virus is overwonnen, maar ons land dreigt ten onder te gaan aan meningsverschillen, overtuigingen en opinies.

Nu is een van de krachten en kwaliteiten van ons land juist de vrijheid van meningsuiting. We zijn een land van vrijdenkers, eigenwijze betweters die geen blad voor de mond nemen. Tijdens de Spaanse Oorlog ontwikkelden we onze eigen autonomie en vrijheid. We accepteren niet zonder meer autoriteit of macht. In de corona-epidemie ontwikkelden we ons tot zo’n 17 miljoen experts die het allemaal beter weten. Maar de belangrijkste vraag op dit moment is misschien: ‘Kunnen we nog naar elkaar luisteren? Kunnen we nog zeggen: ‘Ik weet het niet.’ Kunnen we nog geïnteresseerd zijn in de mening van de ander, in plaats van onze eigen mening tot absolute waarheid te verheffen? Kunnen we erkennen dat we misschien gewoon bang zijn, in plaats van boos?


Ik moet erkennen dat ik er zelf heel veel moeite mee heb en eerder geneigd ben mensen ‘weg’ te zetten. ‘Ah, die hoort in dát kamp.’ Ik ben zelf ook radicaler geworden en verschuil me sterker achter mijn eigen gelijk. Of ik heb de neiging om af te haken: zoek het ook allemaal maar uit… Hoe lastig is het om mijn hart en hoofd open te houden en de mens te blijven zien achter de mening? Om het stille midden te bewaren, in plaats van anderen te veroordelen? Erger dan corona, waar ik zelf vijf maanden stevig mee te kampen heb gehad, zie ik dit als een veel groter gevaar. 


Ik besef dat onder alle meningen uiteindelijk veel angst en onzekerheid schuilgaat, ook bij mezelf. De crisis heeft iedereen ten diepste geraakt, en ook al willen we het soms niet erkennen, we zijn bang geweest, bezorgd, boos, angstig voor de dood, voor een vijand die we niet kunnen zien. Is het gek dat we zo zijn doorgeslagen en elkaar bijna te lijf gaan? De bloemenverkoopster zei: ‘Misschien is het niet zo vreemd dat we door het lint gaan. Iedereen zit er doorheen. Jong en oud; het is te zwaar aan het worden. Ik heb zo te doen met andere ondernemers.’


In plaats van naarstig naar een oplossing te zoeken om uit het probleem te geraken, hebben we misschien eerst nog wat vragen te stellen: Kunnen we luisteren naar de angst die onder de woede schuilgaat? Kunnen we voorbij het gedrag van de ander kijken? Kunnen we de ander verdragen of misschien wel vergeven? Mogen we fouten maken? Mogen we het bij het verkeerde eind hebben?Kunnen we de dood accepteren? Durven we de angst onder ogen te zien? Kunnen we het ongemak van het ‘niet weten’ verdragen?


Wellicht heeft de crisis ons doen beseffen dat de wereld niet helemaal maakbaar is, dat we niet altijd de controle hebben, dat we niet altijd gelijk hebben, en dat de bomen niet tot in de hemel groeien. Dat we een verantwoordelijkheid hebben naar anderen en de samenleving als geheel. Maar ook: dat we elkaars waarheid en mening moeten respecteren, hoe bizar de ander het soms verwoord. En: dat we er alleen samen uit kunnen komen. Dat is de essentie van democratie. 


Binnenkort zijn er verkiezingen. Ieder kiest zijn of haar eigen partij. Maar ik hoop dat we dat doen in een geest van gemeenschappelijkheid en verbondenheid, in plaats van een strijdtoneel van tegenstellingen en verwijten. Dan zou Corona ons pas echt iets opgeleverd hebben.

Ton van der Kroon
auteur van ‘De Terugkeer van de Koning: man-zijn in de 21e eeuw’

_______
bronnen: